Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1214/2011 professioneel grensoverschrijdend transport eurocontanten over de weg tussen lidstaten eurozone
Artikel 6 Het dragen van wapens
Geldend
Geldend vanaf 29-11-2012
- Bronpublicatie:
16-11-2011, PbEU 2011, L 316 (uitgifte: 29-11-2011, regelingnummer: 1214/2011)
- Inwerkingtreding
29-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2011, PbEU 2011, L 316 (uitgifte: 29-11-2011, regelingnummer: 1214/2011)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Wegvervoer
Verkeersrecht / Algemeen
1.
Het bewakingspersoneel van geldtransporten houdt zich aan het recht in de lidstaat van herkomst, de lidstaat van doorvoer en de lidstaat van ontvangst op het gebied van het dragen van wapens en het maximaal toegelaten kaliber.
2.
Bij het betreden van het grondgebied van een lidstaat waarvan het recht niet toestaat dat bewakingspersoneel van geldtransporten gewapend is, worden wapens in het bezit van het bewakingspersoneel van geldtransporten aan boord opgeborgen in een brandkast voor wapens die voldoet aan de Europese norm EN 1143–1. De wapens moeten tijdens het gehele transport over het grondgebied van die lidstaat ontoegankelijk blijven voor het bewakingspersoneel van geldtransporten. Zij mogen uit de brandkast voor wapens verwijderd worden wanneer het voertuig het grondgebied binnenrijdt van een lidstaat waarvan het recht wel toestaat dat bewakingspersoneel van geldtransporten wapens draagt en zij moeten daaruit verwijderd worden wanneer het voertuig het grondgebied binnenrijdt van een lidstaat waarvan het recht vereist dat bewakingspersoneel van geldtransporten wapens draagt. De brandkast voor wapens mag enkel geopend kunnen worden door een interventie op afstand van het controlecentrum van het geldtransportvoertuig en pas nadat het controlecentrum de exacte geografische locatie van het voertuig heeft gecontroleerd.
De in de eerste alinea vastgelegde vereisten gelden ook indien het type of het kaliber van het wapen krachtens het recht van de lidstaat van doorvoer of de lidstaat van ontvangst niet is toegestaan.
3.
Wanneer een geldtransportvoertuig van een lidstaat van herkomst waar het dragen van wapens niet is toegestaan, het grondgebied binnenrijdt van een lidstaat waar bewakingspersoneel van geldtransporten volgens het recht verplicht is wapens te dragen, zorgt het geldtransportbedrijf ervoor dat het bewakingspersoneel van geldtransporten aan boord van het voertuig van de vereiste wapens voorzien wordt en dat zij de vereiste minimale opleiding van de lidstaat van ontvangst heeft gekregen.
4.
Gewapend bewakingspersoneel van geldtransporten of bewakingspersoneel van geldtransporten dat zich verplaatst in een geldtransportvoertuig met wapens aan boord, is in het bezit van een professionele wapenvergunning of een toelating die is afgegeven door de nationale autoriteiten van de lidstaat van doorvoer en/of de lidstaat van ontvangst, indien deze lidstaten toelaten dat bewakingspersoneel van geldtransporten wapens draagt, en voldoet aan alle nationale eisen voor deze professionele wapenvergunning of toelating voldoen. Voor dat doel kunnen de lidstaten de professionele wapenvergunning of toelating van de andere lidstaat erkennen.
5.
De lidstaten stellen één centraal nationaal contactpunt in waar geldtransportbedrijven die in andere lidstaten zijn gevestigd hun aanvraag voor een professionele wapenvergunning of toelating voor hun bewakingspersoneel van geldtransporten kunnen indienen. Federale lidstaten kunnen op deelstaatniveau contactpunten instellen. De lidstaten informeren de aanvrager binnen drie maanden na de indiening van een volledig aanvraagdossier over de toekenning of afwijzing van de aanvraag.
6.
Om bewakingspersoneel van geldtransporten dat in dienst is van een in een andere lidstaat gevestigde onderneming gemakkelijker in staat te stellen aan de nationale eisen te voldoen voor het verkrijgen van een professionele wapenvergunning of toelating, voorzien de lidstaten in de validatie van gelijkwaardige professionele wapenopleidingen die gevolgd zijn in de lidstaat waar de werkgever van de aanvrager is gevestigd. Indien dit niet mogelijk is, zorgen lidstaten ervoor dat op hun eigen grondgebied in de noodzakelijke professionele wapenopleiding wordt voorzien in een officiële EU-taal die een officiële taal is van de lidstaat waar de werkgever van de aanvrager is gevestigd.