Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
6.8 De duur
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
01-12-2017, Stcrt. 2017, 70919 (uitgifte: 14-12-2017, regelingnummer: WBV 2017/14)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2017, Stcrt. 2017, 70919 (uitgifte: 14-12-2017, regelingnummer: WBV 2017/14)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De bewaring of vrijheidsontnemende maatregel op grond van artikel 6 of 59 Vw duurt niet langer dan zes maanden, met een mogelijkheid deze te verlengen met twaalf maanden. De DT&V ziet toe op naleving van deze termijnen en past daarbij artikel 88 van het WvSr analoog toe. Een maand geldt daarbij als 30 dagen. Bij een verlengingsbesluit als bedoeld in artikel 59, zesde lid, Vw wordt de periode van inbewaringstelling op grond van artikel 59a of artikel 59b Vw buiten beschouwing gelaten. De periode van inbewaringstelling op grond van artikel 59a of artikel 59b Vw telt niet mee, omdat deze inbewaringstelling niet uitzetting als doel heeft. De periode van inbewaringstelling op grond van artikel 59a of artikel 59b Vw wordt wel betrokken bij de kenbare belangenafweging, die door DT&V in het model M120 gemaakt wordt na zes maanden inbewaringstelling.
De DT&V stelt de gemachtigde van de vreemdeling bij het voortduren van een vrijheidsontnemende maatregel als bedoeld in artikel 6, 6a, 59, 59a en 59b Vw iedere drie maanden na het opleggen van een eerste maatregel van bewaring op de hoogte van de mogelijkheid tot het instellen van een beroep als bedoeld in artikel 96 Vw, en verzoekt de gemachtigde om kenbaar te maken, als hij of zij niet meer de gemachtigde van de vreemdeling is.
De mededeling wordt achterwege gelaten, als:
- •
De IND in het tijdvak van drie maanden op grond van artikel 94 Vw gehouden is de rechtbank ambtshalve op de hoogte te stellen van het opleggen of voortduren van een vrijheid ontnemende maatregel; of
- •
door de vreemdeling al een beroep is ingesteld op basis van artikel 96 Vw.
Als er redenen zijn om de bewaring of vrijheidsontnemende maatregel met een termijn van maximaal twaalf maanden te verlengen moet de DT&V de vreemdeling voor het verstrijken van de zes maanden bewaring van de verlenging met een verlengingsbesluit op de hoogte stellen.
De DT&V stelt dit besluit op en reikt deze aan de vreemdeling uit. In het verlengingsbesluit wordt nagegaan of er voldaan is aan de voorwaarden voor verlenging, of er nog voldoende gronden voor de bewaring zijn, of de bewaring voor de vreemdeling onredelijk bezwarend is en of er zicht op uitzetting bestaat.
De bewaring of vrijheidsontnemende maatregel op grond van artikel 6a of 59a Vw kan na aanvaarding van het terug- of overnameverzoek (conform artikel 28, Verordening (EU) nr. 604/2013) door de verantwoordelijke lidstaat afhankelijk van de vraag of beroep is ingesteld en of dat beroep opschortende werking heeft nog maximaal 6 weken voortduren.
Zie paragraaf A5/6.2 Vc voor de duur van de bewaring van een Dublinclaimant die in bewaring is gesteld omdat onmiddellijke overdracht of overdracht op zeer korte termijn noodzakelijk is ten behoeve van het realiseren van de overdracht binnen zes maanden na het akkoord van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielverzoek.