Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001
Artikel 22a Overige aanvullende regelingen; verstrekken van gegevens en inlichtingen; betalingen voor werkzaamheden en diensten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
07-07-2021, Stb. 2021, 358 (uitgifte: 16-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2021, Stb. 2021, 358 (uitgifte: 16-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
Inkomstenbelasting / Algemeen
1.
Als administratieplichtigen als bedoeld in artikel 10.8, eerste lid, van de wet worden mede aangewezen:
- a.
inhoudingsplichtigen als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964 die een of meer betalingen doen aan een natuurlijk persoon inzake voor de inhoudingsplichtige of een met de inhoudingsplichtige verbonden vennootschap als bedoeld in artikel 10a, zevende lid, van die wet verrichte werkzaamheden en diensten;
- b.
collectieve beheersorganisaties als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten die een of meer betalingen doen aan een natuurlijk persoon als rechthebbende in de zin van artikel 1, onderdeel g, van die wet.
2.
Onder een betaling als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstaan een betaling aan een natuurlijk persoon die:
- a.
de werkzaamheden en diensten heeft verricht als werknemer, artiest of beroepssporter als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964, als persoon als bedoeld in artikel 5a, eerste lid, aanhef en onderdeel a, of tweede lid, aanhef en onderdeel b, van die wet, als lid van een buitenlands gezelschap als bedoeld in die wet of als persoon als bedoeld in artikel 5b, eerste lid, aanhef en onder 2°, van die wet;
- b.
de werkzaamheden heeft verricht als vrijwilliger als bedoeld in artikel 2, zesde lid, tweede zin, van de Wet op de loonbelasting 1964 en de van de administratieplichtige, bedoeld in het eerste lid, ontvangen vergoedingen en verstrekkingen gezamenlijk niet hoger zijn dan de maximumbedragen, bedoeld in artikel 2, zesde lid, eerste zin, van de Wet op de loonbelasting 1964;
- c.
ter zake van de werkzaamheden een factuur heeft uitgereikt als bedoeld in artikel 34c, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 met daarop de vermelding van de omzetbelasting, bedoeld in artikel 35a, eerste lid, onderdeel j, van die wet; of
- d.
een betaling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, heeft ontvangen als erfgerechtigde tot de inkomsten uit een auteursrecht of naburig recht als bedoeld in dat onderdeel.
3.
Als gegevens en inlichtingen als bedoeld in artikel 10.8, eerste lid, van de wet worden met betrekking tot de betalingen, bedoeld in het eerste lid, aangewezen:
- a.
de naam, het adres en de geboortedatum van de ontvanger van de betaling;
- b.
de in het kalenderjaar betaalde bedragen, daaronder begrepen kostenvergoedingen.
4.
Een administratieplichtige als bedoeld in het eerste lid is gehouden de gegevens en inlichtingen te verstrekken op de door de inspecteur voorgeschreven wijze. De gegevens en inlichtingen dienen jaarlijks na afloop van het kalenderjaar waarop de gegevens en inlichtingen betrekking hebben te worden verstrekt op uiterlijk 31 januari volgend op dat kalenderjaar.
5.
De inspecteur kan de administratieplichtige de mogelijkheid bieden de gegevens en inlichtingen in afwijking van het vierde lid gedurende het kalenderjaar waarop de gegevens en inlichtingen betrekking hebben te verstrekken.
6.
Artikel 22, zesde lid, aanhef en onderdelen a, b en d, is van overeenkomstige toepassing.