Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 11.9 (monitoring omgevingswaarden veiligheid primaire waterkeringen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
09-12-2020, Stb. 2020, 557 (uitgifte: 28-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Monitoring voor de omgevingswaarde, bedoeld in artikel 2.0c, vindt plaats door met metingen, berekeningen en modellen de overstromingskans of de faalkans te bepalen door te volgen procedures en te hanteren randvoorwaarden, volgens bij ministeriële regeling gestelde regels.
2.
Het dagelijks bestuur van het waterschap en Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat zijn belast met de uitvoering van de monitoring als de omgevingswaarde betrekking heeft op een dijktraject dat in beheer is bij het waterschap respectievelijk het Rijk.