NJB 2022/2385
Curaçao. Executoriaal beslag op aandelen. Hoge Raad: Het hof was niet gehouden om zich bij de beoordeling van de vraag of de vordering was vereffend (dus of de omvang van de vordering was vastgesteld), te beperken tot de executoriale titel op grond waarvan het beslag was gelegd.
HR 14-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1467
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
21/02790
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1467, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:233, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2021
- Wetingang
Essentie
Curaçao. Executoriaal beslag op aandelen. Hoge Raad: Het hof was niet gehouden om zich bij de beoordeling van de vraag of de vordering was vereffend (dus of de omvang van de vordering was vastgesteld), te beperken tot de executoriale titel op grond waarvan het beslag was gelegd.
Partij(en)
A, adv. mrs. R.P.J.L. Tjittes en H. Boom, vs. BNP, adv. mrs. J.W.M.K. Meijer en G.J. Harryvan, met als belanghebbenden Croci en B, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
De rechtbank te Jersey heeft A en BNP hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een geldbedrag aan een derde. Daarbij is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.