RAV 2024/32
Uitleg vonnis. Moet de verwijzing naar de schadestaatprocedure zo worden opgevat, dat daarmee ook een oordeel is geveld over het causaal verband?
HR 16-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:249
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 februari 2024
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, K. Teuben
- Zaaknummer
23/00300
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS960566:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Juridische beroepen / Advocaat
Juridische beroepen / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:249, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:971, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑11‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑01‑2023
- Wetingang
Essentie
Uitleg vonnis. Schadestaatprocedure. Causaal verband.
Moet de verwijzing naar de schadestaatprocedure zo worden opgevat dat daarmee ook een oordeel is geveld over het causaal verband tussen de aansprakelijkheid brengende gebeurtenis en de door de eiser gestelde geleden schade, waaraan de rechter in de schadestaatprocedure is gebonden?
Samenvatting
Eiseres was als zelfstandig ondernemer werkzaam in een confectie-atelier. Zij heeft zich op grond van de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (de WAZ) verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid bij De Amersfoortse. Op een zeker moment stelde zij arbeidsongeschikt te zijn. De Amersfoortse was het daar niet mee eens, waarna eiseres een advocaat in de arm ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.