Handhaving van privaatrecht door toezichthouders
Einde inhoudsopgave
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/5.2.2:5.2.2 Kenmerken financiële markten
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/5.2.2
5.2.2 Kenmerken financiële markten
Documentgegevens:
mr. C.A. Hage, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. C.A. Hage
- JCDI
JCDI:ADS446995:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Cherednychenko 2012b, p. 223.
M. van Eersel, Handhaving in de financiële sector, Deventer: Kluwer 2013, p. 7.
Scheltema & Scheltema 2009, p. 3-4.
Scheltema & Scheltema 2009, p. 3-4.
Scheltema & Scheltema 2009, p. 4.
Scheltema & Scheltema 2009, p. 4-5.
Zie onder meer: P. Cartwright, Bank, Consumers and Regulations, Oxford: Hart 2004, p. 15-16.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Financiële dienstverlening wordt van oudsher beheerst door het verbintenissenrecht, meer in het bijzonder het contractenrecht.1 Hierin is pas aan het begin van de 20ste eeuw verandering gekomen. Vanaf dat moment is, gezien de specifieke kenmerken van de financiële markten, de behoefte ontstaan aan publiekrechtelijk toezicht. In deze paragraaf zullen de specifieke kenmerken van de financiële markten worden belicht.
Er zijn verschillende financiële markten te onderscheiden. Deze markten kenmerken zich door de financiële producten en diensten die op de betreffende markt wordt verhandeld. Financiële producten en diensten zijn bijvoorbeeld: een beleggingsobject (zie artikel 1:1 Wft onder financieel product sub a), een betaalrekening (sub b) een verzekering (sub f). Een financiële dienst is het aanbieden van financiële producten (artikel 1:1 Wft onder financiële dienst sub a), het adviseren (sub b), bemiddelen (sub d) of verlenen van een beleggingsdienst (sub h).
Ook dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen markten waarop louter professionele spelers actief zijn en markten de waarop afnemers niet professioneel zijn en financiële producten en diensten afnemen voor privédoeleinden.2 Voor de professionele markt zijn minder (gedrags)regels voorgeschreven.
Naast aanbieders en afnemers van de financiële producten en diensten zijn er intermediairs. Deze intermediairs verlenen beleggingsdiensten en bemiddelen en adviseren over financiële producten.
Op de Nederlandse financiële markten zijn twee toezichthouders, te weten de AFM en DNB, actief. Bovendien zijn er daarnaast nog verschillende Europese financiële toezichthouders ingesteld. De vier belangrijkste toezichthouders zijn de European Systemic Risk Board (ESRB), de European Banking Authority (EBA), de European Securities and Markets Authority (ESMA) en de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA).
De financiële markten hebben een aantal specifieke kenmerken. Scheltema en Scheltema onderscheiden vier specifieke kenmerken: de strategische functie van banken en verzekeraars, de ondoorzichtigheid van de risico’s, de grote invloed van transacties op de financiële positie van mensen en de internationale verwevenheid van de financiële markten.3
Het vertrouwen in het functioneren van de financiële sector is van groter publiek belang dan bij andere bedrijven in het algemeen.4 Het faillissement van banken zou zulke verstrekkende gevolgen hebben dat ingrijpen door de overheid is gerechtvaardigd.
Veel financiële producten hebben een risico-element omdat ze afhankelijk zijn van wisselende rentestanden, aandelenkoersen en toekomstige prijzen. Voor het inschatten van risico’s dient men over informatie te beschikken. Hoe meer informatie, hoe beter de risico’s ingeschat kunnen worden. Deze risico’s zijn echter ook afhankelijk van het goed functioneren van de markt. Als bepaalde risico’s zich verwezenlijken kunnen er neveneffecten optreden waar geen rekening mee is gehouden.5 De grote invloed op de financiële positie van mensen wordt geïllustreerd door hypotheken en pensioenen. Disfunctioneren van de financiële sector heeft dan ook direct invloed op het inkomen van mensen. Ten slotte zijn financiële markten internationaal met elkaar verweven. Dit geldt voor effectenmarkten, maar ook voor banken. Zo lenen banken grensoverschrijdend bij elkaar en zijn effectenmarkten evenmin aan grenzen geboden. De autonomie van de nationale overheid is dan ook beperkt.6
Het bovenstaande geeft aan waarom de financiële markten, in mededingingsrechtelijke zin, geen perfecte markten zijn. Immers, op een perfecte markt zijn er zoveel aanbieders en afnemers dat de prijs niet kan worden beïnvloed. Op een perfecte markt is ook vrije toe- en uittreding tot de markt mogelijk. Andere voorwaarden voor een perfecte markt zijn homogene producten en de beschikking over dezelfde informatie voor iedereen.7