Einde inhoudsopgave
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/5.2.5
5.2.5 Europese toezichthouder
mr. C.A. Hage, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. C.A. Hage
- JCDI
JCDI:ADS442089:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Mededeling van de Commissie, ‘Europees financieel toezicht’, Com (2009) 252 def., p. 9 en 17.
Mededeling van de Commissie, ‘Europees financieel toezicht’, Com (2009) 252 def., p. 2.
Mededeling van de Commissie, ‘Europees financieel toezicht’, Com (2009) 252 def., p. 2.
Mededeling van de Commissie, ‘Europees financieel toezicht’, Com (2009) 252 def., p. 3-4.
Verordening nr. 1092/2010 van de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s, PbEG L 331.
Zie overweging 6 Verordening nr. 1092/2010 van de Raad van 24 november 2010.
Verordening nr. 1096/2010 van de Raad van 17 november 2010 tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s, PbEG L 331.
Mededeling van de Commissie, ‘Europees financieel toezicht’, Com (2009) 252 def., p. 10.
Het Europees toezicht is ingesteld op grond van artikel 114 VWEU (artikel 95 EG-verdrag oud).1 Als gevolg van de financiële crisis is een aantal tekortkomingen aan het licht gekomen met betrekking tot het toezicht.2 Naar aanleiding van de crisis heeft de Groep Larosière aanbevelingen gedaan om de toezichtregelingen te verbeteren. De aanbevelingen betreffen voornamelijk betere samenwerking en coördinatie tussen nationale toezichthouders, onder meer door de oprichting van nieuwe Europese toezichthoudende autoriteiten en een Europees orgaan dat toezicht houdt op risico’s in het financiële stelsel als geheel.3 De aanbevelingen hebben geresulteerd in een Europese toezichtsysteem dat bestaat uit twee pijlers, namelijk het macro- en het microprudentieel toezicht.4
Het Europees Comité Raad voor Systeemrisico’s (ESRB)5 is verantwoordelijk voor het macroprudentieel toezicht in de Unie (artikel 3 lid 3 Verordening). Het ESRB dient er met name zorg voor te dragen dat er geen grote onrust ontstaat en dat de financiële markten stabiel blijven.6 Het ESBR wordt ondersteund door de ECB.7
Het microprudentieel toezicht is opgedragen aan drie sectorale Europese toezichthouders, de Europese Bank Autoriteit (EBA), de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) en de Europese Effectenautoriteit (ESMA).8 De taken van deze toezichthouders zijn onder meer: het uitoefenen van de volledige toezichtbevoegdheden voor sommige specifieke entiteiten, het zorgen voor een gecoördineerde reactie in crisissituaties, het vergaren van microprudentiële gegevens en het opnemen van een internationale rol als deze wordt toegekend.
Het Europese toezicht dient er voor te zorgen dat er voldoende samenwerking en informatie-uitwisseling tussen nationale toezichthouders plaatsvindt zodat er gezamenlijk kan worden opgetreden door de nationale autoriteiten bij ingewikkelde regelingen. Door dit gezamenlijke optreden kan er rekening worden gehouden met de vele (nationale) regels omtrent toezicht en regulering.