Einde inhoudsopgave
Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen
Bijlage A Beëindiging
Geldend
Geldend van 16-11-2023 tot 26-02-2025
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt in werking, behalve voor de partijen die een kennisgeving hebben gedaan als bedoeld in artikel 22, derde lid, onder b, van het Verdrag, dan wel een verklaring hebben afgelegd als bedoeld in artikel 25, vierde lid, van het Verdrag.
- Bronpublicatie:
17-06-2022, Trb. 2023, 72 (uitgifte: 20-06-2023, regelingnummer: SC-10/13)
- Inwerkingtreding
16-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-01-2024, Trb. 2024, 3 (uitgifte: 17-01-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Deel I
Chemische stof | Activiteit | Specifieke uitzondering |
---|---|---|
Aldrin* CAS-nummer: 309-00-2 | Productie | Geen |
Gebruik | Lokale ectoparasiticide Insecticide | |
Alfahexachloorcyclohexaan* CAS-nummer: 319-84-6 | Productie | Geen |
Gebruik | Geen | |
Betahexachloorcyclohexaan* CAS-nummer: 319-85-7 | Productie | Geen |
Gebruik | Geen | |
Chloordaan* CAS-nummer: 57-74-9 | Productie | Zoals voor de in het Register ingeschreven Partijen toegestaan |
Gebruik | Lokale ectoparasiticide Insecticide Termiticide Termiticide in gebouwen en dammen Termiticide op wegen Additief in triplexlijmen | |
Chloordecon* CAS-nummer: 143-50-0 | Productie | Geen |
Gebruik | Geen | |
Decabroomdifenylether (BDE-209) aanwezig in commercieel Decabroomdifenylether (CAS-nummer: 1163-19-5) | Productie | Zoals toegestaan voor de Partijen vermeld in het register |
Gebruik | In overeenstemming met de bepalingen van Deel IX van deze Bijlage:
| |
Dieldrin* CAS-nummer: 60-57-1 | Productie | Geen |
Gebruik | Landbouwactiviteiten | |
Endrin* CAS-nummer: 72-20-8 | Productie | Geen |
Gebruik | Geen | |
Heptachloor* CAS-nummer: 76-44-8 | Productie | Geen |
Gebruik | Termiticide Termiticide in skeletten van huizen Termiticide (ondergronds) Behandeling van hout Gebruik in ondergrondse kabeldozen | |
Hexabroombifenyl* CAS-nummer: 36355-01-8 | Productie | Geen |
Gebruik | Geen | |
Hexabroomcyclododecaan | Productie | Zoals toegestaan voor de Partijen vermeld in het register in overeenstemming met de bepalingen van deel VII van deze Bijlage |
Gebruik | Geëxpandeerd polystyreen en geëxtrudeerd polystyreen in bouwwerken in overeenstemming met de bepalingen van deel VII van deze Bijlage | |
Hexabroomdifenylether* en heptabroomdifenylether* | Productie | Geen |
Gebruik | Artikelen in overeenstemming met de bepalingen van deel IV van deze Bijlage | |
Hexachloorbenzeen CAS-nummer: 118-74-1 | Productie | Zoals voor de in het Register ingeschreven Partijen toegestaan |
Gebruik | Tussenstof Oplosmiddel in bestrijdingsmiddel Tussenstof in een tot locatie beperkt gesloten systeem. | |
Hexachlorobutadieen (CAS-nummer 87-68-3) | Productie | Geen |
Gebruik | Geen | |
Kortketenige gechloreerde paraffines (alkanen, C10-13, chloor) +: gechloreerde koolwaterstoffen met een rechte keten van 10 tot 13 koolstofatomen en 48 gewichtsprocent of meer chloor Onder andere de stoffen met de volgende CAS-nummers mogen kortketenige gechloreerde paraffines bevatten: CAS-nummer 85535-84-8; CAS-nummer 68920-70-7; CAS-nummer 71011-12-6; CAS-nummer 85536-22-7; CAS-nummer 85681-73-8; CAS-nummer 108171-26-2. | Productie | Zoals toegestaan voor de Partijen vermeld in het register |
Gebruik |
| |
Lindaan CAS-nummer: 58-89-9 | Productie | Geen |
Gebruik | Farmaceutisch middel als secundaire behandeling van hoofdluis en schurft bij de mens | |
Mirex* CAS-nummer: 2385-85-5 | Productie | Zoals voor de in het Register ingeschreven Partijen toegestaan |
Gebruik | Termiticide | |
Technisch endosulfan* (CAS-nummer: 115-29-7) en aanverwante isomeren* (CAS-nummer: 959-98-8 en CAS-nummer: 33213-65-9) | Productie | Zoals toegestaan voor de Partijen vermeld in het register |
Gebruik | Tegen voor gewassen schadelijke organismen zoals vermeld in overeenstemming met de bepalingen van deel VI van deze Bijlage | |
Tetrabroomdifenylether* en pentabroomdifenylether* | Productie | Geen |
Gebruik | Artikelen in overeenstemming met de bepalingen van deel IV van deze Bijlage | |
Toxafeen* CAS-nummer: 8001-35-2 | Productie | Geen |
Gebruik | Geen | |
Pentachloorbenzeen CAS-nummer: 608-93-5 | Productie | Geen |
Gebruik | Geen | |
Pentachloorfenol en zouten en esters daarvan | Productie | Zoals toegestaan voor de Partijen vermeld in het register in overeenstemming met de bepalingen van deel VIII van deze Bijlage |
Gebruik | Pentachloorfenol voor elektriciteitsmasten en dwarsarmen in overeenstemming met de bepalingen van deel VIII van deze Bijlage | |
Polychloorbifenylen (PCB's)* | Productie | Geen |
Gebruik | Artikelen in gebruik in overeenstemming met de bepalingen van Deel II van deze Bijlage | |
Polychloornaftalenen, waaronder dichloornaftalenen, trichloornaftalenen, tetrachloornaftalenen, pentachloornaftalenen, hexachloornaftalenen, heptachloornaftalenen en octachloornaftalenen | Productie | Tussenproducten bij de productie van polyfluornaftalenen, waaronder octofluornaftaleen |
Gebruik | Productie van polyfluornaftalenen, waaronder octofluornaftaleen | |
Dicofol CAS-nr. 115-32-2 CAS-nr. 10606-46-9 | Productie | Geen |
Gebruik | Geen | |
Perfluoroctaanzuur (PFOA), de zouten daarvan en PFOA-gerelateerde verbindingen „Perfluoroctaanzuur (PFOA), de zouten daarvan en PFOA-gerelateerde verbindingen” betekent het volgende: | Productie | • Blusschuim: Geen • Voor andere productie zoals toegestaan voor de Partijen vermeld in het Register in overeenstemming met de bepalingen van deel X van deze Bijlage |
(i) Perfluoroctaanzuur (PFOA; CAS-nr. 335-67- 1), met inbegrip van elke van zijn vertakte isomeren; (ii) De zouten daarvan; (iii) PFOA-gerelateerde verbindingen die ten behoeve van dit Verdrag alle stoffen zijn die afbreken tot PFOA, met inbegrip van alle stoffen (met inbegrip van zouten en polymeren) die een lineaire of vertakte perfluorheptylgroep hebben met groep (C7F15)C als een van de structurele elementen; De volgende verbindingen zijn niet opgenomen als PFOA-gerelateerde verbindingen: (i) C8F17-X, waar X= F, Cl, Br; (ii) Fluorpolymeren die vallen onder CF3[CF2]n-R’, waarbij R’=elke groep, n>16; (iii) Perfluoralkylcarbonzuren en fosfonzuren (met inbegrip van de zouten, esters, halogeniden en anhydriden daarvan) met ≥8 geperfluoreerde koolstofatomen; (iv) Perfluoralkaan-sulfonzuren (met inbegrip van hun zouten, esters, halogeniden en anhydriden) met ≥ 9 geperfluoreerde koolstofatomen; (v) Perfluoroctaansulfonzuur (PFOS), de zouten daarvan en perfluoroctaansulfonylfluoride (PFOSF), zoals vermeld in Bijlage B bij het Verdrag. | Gebruik | In overeenstemming met de bepalingen van deel X van deze Bijlage: • Fotolithografie of etsprocessen in de halfgeleiderindustrie • Fotografische coatings aangebracht op films • Textiel voor olie- en waterafstotendheid voor de bescherming van werknemers tegen gevaarlijke vloeistoffen die risico’s voor hun gezondheid en veiligheid met zich meebrengen • Invasieve en implanteerbare medische hulpmiddelen • Brandblusschuim voor het beheersen van dampen van vloeibare brandstoffen en branden van vloeibare brandstoffen (branden van klasse B) in geïnstalleerde systemen, waaronder zowel mobiele als vaste systemen, overeenkomstig het tweede lid van deel X van deze Bijlage • Gebruik van perfluoroctyljodide voor de productie van perfluoroctylbromide ten behoeve van de productie van farmaceutische producten, overeenkomstig de bepalingen van het derde lid van deel X van deze Bijlage • Vervaardiging van polytetrafluorethyleen (PTFE) en polyvinylideenfluoride (PVDF) voor de productie van: ○ Hoogwaardige, corrosiebestendige gasfiltermembranen, waterfiltermembranen en membranen voor medisch textiel ○ Apparatuur voor industriële afvalwarmtewisselaars ○ Industriële afdichtingsmiddelen die lekkage van vluchtige organische stoffen en PM2,5-deeltjes kunnen voorkomen • Vervaardiging van polyfluorethyleenpropyleen (FEP) voor de productie van hoogspanningsdraad en -kabels voor het transport van elektriciteit • Vervaardiging van fluorelastomeren voor de productie van O-ringen, v-riemen en kunststof accessoires voor auto-interieurs |
Perfluorhexaansulfonzuur (PFHxS), de zouten daarvan en aan PFHxS aanverwante verbindingen | Productie | Geen |
„Perfluorhexaansulfonzuur (PFHxS), de zouten daarvan en aan PFHxS aanverwante verbindingen” betekent het volgende: (i) Perfluorhexaansulfonzuur (CAS-nr. 355-46-4, PFHxS), met inbegrip van vertakte isomeren; (ii) De zouten daarvan; (iii) Elke stof die de functionele groep C6F13SO2- als een van zijn structurele elementen bevat en waarbij bij afbraak PFHxS kan ontstaan. | Gebruik | Geen |
Opmerkingen:
- i.
Behoudens wanneer in dit Verdrag anders is bepaald, worden hoeveelheden van een chemische stof die zich in de vorm van onbedoelde sporen van verontreiniging in producten en artikelen bevinden, niet geacht onder deze Bijlage te vallen;
- ii.
Deze opmerkingen worden niet beschouwd als een productie- en gebruiksspecifieke uitzondering voor de toepassing van artikel 3, tweede lid. Hoeveelheden van een chemische stof die in de vorm van onderdelen van artikelen vervaardigd of reeds in gebruik zijn vóór of op de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende verplichting ten aanzien van die chemische stof, worden niet geacht onder deze Bijlage te vallen, mits een Partij het Secretariaat ervan in kennis heeft gesteld dat binnen die Partij een bepaald soort artikel in gebruik blijft. Het Secretariaat maakt deze kennisgevingen publiekelijk beschikbaar;
- iii.
Deze opmerkingen, die niet van toepassing zijn op chemische stoffen vermeld in de in Deel I van deze Bijlage vermelde kolom ‘Chemische stof’ die worden gevolgd door een asterisk, worden niet beschouwd als een productie- en gebruiksspecifieke uitzondering voor de toepassing van artikel 3, tweede lid. Ervan uitgaande dat geen aanmerkelijke hoeveelheden van de chemische stof worden geacht mens en milieu te bereiken tijdens de productie en het gebruik van een tussenproduct dat in een tot locatie beperkt gesloten systeem wordt geproduceerd, kan een Partij, na kennisgeving hiervan aan het Secretariaat, de productie en het gebruik als tussenstof in een tot locatie beperkt gesloten systeem toestaan van hoeveelheden van een in deze Bijlage vermelde chemische stof die chemisch wordt getransformeerd bij de vervaardiging van andere chemische stoffen die, met inachtneming van de in punt 1 van Bijlage D bedoelde criteria, niet de kenmerken van persistente organische verontreinigende stoffen bezitten. Deze kennisgeving omvat informatie met betrekking tot de totale productie en het totale gebruik van een dergelijke chemische stof of een redelijke schatting van deze informatie en informatie met betrekking tot de aard van het proces in een tot locatie beperkt gesloten systeem, met inbegrip van de hoeveelheid niet-getransformeerde en onbedoelde sporen van verontreiniging met het persistente organische uitgangsmateriaal in het eindproduct. Deze procedure is van toepassing voor zover niet anders is bepaald in deze Bijlage. Het Secretariaat stelt deze kennisgevingen beschikbaar aan de Conferentie van de Partijen en aan het publiek. Deze productie of dit gebruik wordt niet aangemerkt als een productie- of gebruiksspecifieke uitzondering. Deze productie en dit gebruik worden gestaakt na een tijdvak van tien jaren, tenzij een betrokken Partij een nieuwe kennisgeving aan het Secretariaat toezendt, in welk geval het tijdvak met tien jaren wordt verlengd, tenzij de Conferentie van de Partijen, na een evaluatie van de productie en het gebruik anderszins besluiten. De kennisgevingsprocedure kan worden herhaald;
- iv.
Op alle specifieke uitzonderingen in deze Bijlage kan een beroep worden gedaan door de Partijen die zich in overeenstemming met artikel 4 hebben ingeschreven voor uitzonderingen, met uitzondering van de uitzondering voor het gebruik van polychloorbifenylen in artikelen die in gebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van Deel II, en het gebruik van tetrabroomdifenylether en pentabroomdifenylether in overeenstemming met de bepalingen van deel IV[lees: deel V] van deze Bijlage, en het gebruik van hexabroomdifenylether en heptabroomdifenylether in overeenstemming met de bepalingen van Deel IVvan deze Bijlage van deze Bijlage[lees: van deze Bijlage], waarop door alle Partijen een beroep kan worden gedaan.
- v.
Technisch endosulfan (CAS-nummer: 115-29-7), aanverwante isomeren (CAS-nummer: 959-98-8 en CAS-nummer: 33213-65-9) en endosulfansulfaat (CAS-nummer: 1031-07-8) werden beoordeeld en aangemerkt als persistente organische verontreinigende stoffen.
- vi.
Pentachloorfenol (CAS-nummer: 87-86-5), natriumpentachloorfenolaat (CAS-nummer: 131-52-2 en 27735-64-4 (als monohydraat)) en pentachloorfenyllauraat (CAS-nummer: 3772-94-9), die beschouwd in samenhang met hun omzettingsproduct pentachlooranisol (CAS-nummer: 1825-21-4), werden aangemerkt als persistente organische verontreinigende stoffen.
- vii.
Opmerking i. is niet van toepassing op hoeveelheden van een chemische stof die een plusteken (‘+’) achter zijn naam heeft staan in de kolom ‘Chemische stof’ in deel I van deze Bijlage die voorkomt in mengsels met een concentratie die hoger is dan of gelijk is aan 1 gewichtspercent.
Deel II. Polychloorbifenylen
Elke Partij:
- a.
neemt, ten aanzien van de beëindiging van het gebruik van polychloorbifenylen in apparatuur (bijvoorbeeld transformatoren, condensatoren of andere recipiënten die vloeistoffen bevatten) tussen heden en 2025, onder voorbehoud van herziening door de Conferentie van de Partijen, maatregelen in overeenstemming met de volgende prioriteiten:
- i.
zich vastberaden inspannen voor de identificatie, etikettering en onttrekking aan het verkeer van apparatuur die meer dan 10% of meer dan 5 liter polychloorbifenylen bevat;
- ii.
zich vastberaden inspannen voor de identificatie, etikettering en onttrekking aan het verkeer van apparatuur die meer dan 0,05% PCB bevat in hoeveelheden van meer dan 5 liter;
- iii.
streven naar de identificatie en onttrekking aan het verkeer van apparatuur die meer dan 0,005% PCB bevat in hoeveelheden van meer dan 5 liter;
- b.
bevordert, in overeenstemming met de prioriteiten in onderdeel a, de volgende maatregelen om blootstelling en risico terug te dringen en voor de controle op het gebruik van polychloorbifenylen:
- i.
uitsluitend gebruikmaking van intacte en niet-lekkende apparatuur en uitsluitend in omgevingen waar de kans op vrijkoming in het milieu tot een minimum beperkt en snel ondervangen kan worden;
- ii.
geen gebruik in apparatuur in omgevingen die verband houden met de productie of verwerking van voedingsmiddelen of veevoeders;
- iii.
in geval van gebruik in bevolkte gebieden, waaronder scholen en ziekenhuizen, alle redelijkerwijs te nemen maatregelen ter bescherming tegen electrische storing die brand zou kunnen veroorzaken, en periodieke controle van apparatuur op lekkages;
- c.
ziet er, onverminderd artikel 3, tweede lid, op toe dat apparatuur die polychloorbifenylen bevat, zoals omschreven in onderdeel a, niet wordt ingevoerd of uitgevoerd, behoudens ten behoeve van milieuverantwoord afvalbeheer;
- d.
staat, behoudens voor onderhouds- en service werkzaamheden, geen herwinning ten behoeve van hergebruik in andere apparatuur toe van vloeistoffen die meer dan 0,005% PCB bevatten;
- e.
spant zich vastberaden in voor milieuverantwoord afvalbeheer van vloeistoffen die polychloorbifenylen bevatten en apparatuur die verontreinigd is met meer dan 0,005% PCB, in overeenstemming met artikel 6, eerste lid, zo snel mogelijk, doch uiterlijk in 2028, onder voorbehoud van herziening door de Conferentie van de Partijen;
- f.
streeft er, in plaats van opmerking ii in Deel I van deze Bijlage, naar andere artikelen te identificeren die meer dan 0,005% PCB bevatten (bijvoorbeeld kabelmantels, verduurzaamd breeuwwerk en geverfde voorwerpen) en deze in overeenstemming met artikel 6, eerste lid, te beheren;
- g.
stelt elke vijf jaar een voortgangsrapport met betrekking tot de beëindiging van polychloorbifenylen op en legt dit overeenkomstig artikel 15 aan de Conferentie van de Partijen voor;
- h.
de in onderdeel g bedoelde rapporten worden in voorkomend geval door de Conferentie van de Partijen bij haar beoordelingen van polychloorbifenylen bestudeerd. De Conferentie van de Partijen toetst de vooruitgang bij de beëindiging van polychloorbifenylen elke vijf jaar of, waar dienstig, met een andere regelmaat, met inachtneming van genoemde rapporten.
Deel III. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze Bijlage:
Onder “hexabroomdifenylether en heptabroomdifenylether” worden verstaan 2,2’,4,4’,5,5’-hexabroomdifenylether (BDE-153, CAS-nummer: 68631-49-2), 2,2’,4,4’,5,6’-hexabroomdifenylether (BDE-154, CAS-nummer: 207122-15-4), 2,2’,3,3’,4,5’,6 heptabroomdifenylether (BDE-175, CAS-nummer: 46255-22-7), 2,2’,3,4,4’,5’,6-heptabroomdifenylether (BDE-183, CAS-nummer: 207122-16-5) en andere hexa- en heptabroomdifenylethers voorkomend in octabroomdifenylether voor handelsdoeleinden.
Onder “tetrabroomdifenylether en pentabroomdifenylether” worden verstaan 2,2’,4,4’-tetrabroomdifenylether (BDE-47, CAS-nummer: 40088-47-9) en 2,2’,4,4’,5-pentabroomdifenylether (BDE-99, CAS-nummer: 32534-81-9) en andere tetra- and pentabroomdifenylethers die voorkomen in pentabroomdifenylether voor handelsdoeleinden.
c. Onder “Hexabroomcyclododecaan” wordt verstaan hexabroomcyclododecaan (CAS-nummer: 25637-99-4), 1,2,5,6,9,10-hexabroomcyclododecaan (CAS-nummer: 3194-55-6) en zijn belangrijkste diastereoïsomeren: alfa-hexabroomcyclododecaan (CAS-nummer: 134237-50-6); beta-hexabroomcyclododecaan (CAS-nummer: 134237-51-7); en gamma-hexabroomcyclododecaan (CAS-nummer: 134237-52-8).
Deel IV. Hexabroomdifenylether en heptabroomdifenylether
1
Een Partij kan de recycling van artikelen die hexabroomdifenylether en heptabroomdifenylether bevatten of kunnen bevatten en het gebruik en de definitieve verwijdering van artikelen die vervaardigd zijn van gerecyclede materialen die hexabroomdifenylether en heptabroomdifenylether bevatten of kunnen bevatten toestaan, mits:
- a.
De recycling en definitieve verwijdering op milieuverantwoorde wijze geschieden en er niet toe leiden dat hexabroomdifenylether en heptabroomdifenylether worden teruggewonnen ten behoeve van hergebruik;
- b.
De Partij maatregelen neemt teneinde de export te beletten van artikelen die niveaus of concentraties aan hexabroomdifenylether en heptabroomdifenylether bevatten die hoger zijn dan de toegestane niveaus of concentraties in artikelen die op haar grondgebied worden verkocht, gebruikt, geïmporteerd of vervaardigd; en
- c.
De Partij het Secretariaat in kennis heeft gesteld van haar voornemen gebruik te maken van deze uitzondering.
2
Tijdens de zesde gewone zitting en vervolgens na elke tweede gewone zitting beoordeelt de Conferentie van de Partijen de voortgang die de Partijen hebben geboekt met de verwezenlijking van het uiteindelijke doel van uitbanning van hexabroomdifenylether en heptabroomdifenylether in artikelen en toetst zij of deze specifieke uitzondering nog nodig is. In elk geval zal deze specifieke uitzondering uiterlijk in 2030 vervallen.
Deel IV[lees: V]. Tetrabroomdifenylether en pentatabroomdifenylether
1
Een Partij kan de recycling van artikelen die tetrabroomdifenylether en pentabroomdifenylether bevatten of kunnen bevatten en het gebruik en de definitieve verwijdering van artikelen die vervaardigd zijn van gerecyclede materialen die tetrabroomdifenylether en pentabroomdifenylether bevatten of kunnen bevatten toestaan, mits:
- a.
De recycling en definitieve verwijdering op milieuverantwoorde wijze geschieden en er niet toe leiden dat tetrabroomdifenylether en pentabroomdifenylether worden teruggewonnen ten behoeve van hergebruik;
- b.
De Partij niet toestaat dat deze uitzondering ertoe leidt dat artikelen worden geëxporteerd die niveaus of concentraties aan tetrabroomdifenylether en pentabroomdifenylether bevatten die hoger zijn dan de voor de verkoop op haar grondgebied toegestane niveaus of concentraties; en
- c.
De Partij het Secretariaat in kennis heeft gesteld van haar voornemen gebruik te maken van deze uitzondering.
2
Tijdens de zesde gewone zitting en vervolgens na elke tweede gewone zitting beoordeelt de Conferentie van de Partijen de voortgang die de Partijen hebben geboekt met de verwezenlijking van het uiteindelijke doel van uitbanning van tetrabroomdifenylether en pentabroomdifenylether in artikelen en toetst zij of deze specifieke uitzondering nog nodig is. In elk geval zal deze specifieke uitzondering uiterlijk in 2030 vervallen.
Deel VI. Technisch endosulfan en aanverwante isomeren (endosulfan)
De productie en het gebruik van endosulfan worden uitgebannen, behoudens ten aanzien van Partijen die het Secretariaat in kennis hebben gesteld van hun voornemen deze stof te produceren en/of te gebruiken in overeenstemming met artikel 4 van het Verdrag. Voor de volgende voor gewassen schadelijke organismen kunnen specifieke uitzonderingen gelden voor het gebruik van endosulfan:
Gewas | Schadelijk organisme |
---|---|
Appel | Bladluizen |
Struikerwt | Bladluizen, rupsen, Plusia orichalsia, peulboorder |
Bonen, kikkererwten | Bladluizen, mineervliegen, witte vliegen |
Peper, ui, aardappel | Bladluizen, Jassidae |
Koffie | Koffiebessenboorder, Xylotrechus quadripes |
Katoen | Bladluizen, katoendaguil, Jassidae, bladrollers, roze bolworm, tripsen, witte vliegen |
Aubergine, okra | Bladluizen, koolwitje, Jassidae, Leucinodes orbonalis |
Aardnoot | Bladluizen |
Jute | Spilosoma obliqua, gele mijt |
Maïs | Bladluizen, roze stengelboorder, stengelboorders |
Mango | Fruitvliegen, mangocicade (hoppers) |
Mosterd | Bladluizen, galmuggen |
Rijst | Galmuggen, rijsthispa, stengelboorders, Cofana spectra (white jassids) |
Thee | Bladluizen, rupsen, Cydia leucostoma, wolluizen, schildluizen, Jacobiasca formosan, theespanner, theewants, tripsen |
Tabak | Bladluizen, Oosterse tabaksknopuil |
Tomaat | Bladluizen, koolwitje, Jassidae, mineervliegen, Leucinodes orbonalis, witte vliegen |
Tarwe | Bladluizen, roze stengelboorder, termieten |
Deel VII. Hexabroomcyclododecaan
Elke Partij die zich heeft ingeschreven voor de uitzondering ingevolge artikel 4 voor de productie en toepassing van hexabroomcyclododecaan in geëxpandeerd polystyreen en geëxtrudeerd polystyreen in bouwwerken neemt de nodige maatregelen om te waarborgen dat geëxpandeerd polystyreen en geëxtrudeerd polystyreen dat hexabroomcyclododecaan bevat gedurende de volledige levenscyclus eenvoudig herkenbaar zijn via etikettering of op andere wijze.
Deel VIII. Pentachloorfenol en zouten en esters daarvan
Elke Partij die zich heeft ingeschreven voor de uitzondering ingevolge artikel 4 voor de productie en toepassing van pentachloorfenol voor elektriciteitsmasten en dwarsarmen neemt de nodige maatregelen om te waarborgen dat elektriciteitsmasten en dwarsarmen die pentachloorfenol bevatten gedurende de volledige levenscyclus door etikettering of op andere wijze eenvoudig herkenbaar zijn. Artikelen die met pentachloorfenol zijn behandeld dienen niet te worden hergebruikt voor andere doeleinden dan de uitgezonderde doeleinden.
Deel IX. Decabroomdifenylether
1
De productie en het gebruik van decabroomdifenylether wordt uitgebannen, behoudens ten aanzien van Partijen die het Secretariaat in kennis hebben gesteld van hun voornemen deze stof te produceren en/of te gebruiken in overeenstemming met artikel 4.
2
Specifieke uitzonderingen voor onderdelen die in voertuigen worden gebruikt kunnen gelden voor de productie en het gebruik van commercieel decabroomdifenylether. Deze zijn beperkt tot:
- a.
Onderdelen voor gebruik in voertuigen van oudere modellen. Voertuigen van oudere modellen worden omschreven als voertuigen die niet langer op grote schaal worden geproduceerd, waarbij de onderdelen tot een of meer van de volgende categorieën behoren:
- i.
aandrijflijn en voorzieningen onder de motorkap zoals de massakabel van de accu, interconnectiekabel van de accu, buizen van de klimaatregelingsapparatuur, aandrijflijn, bussen van het uitlaatspruitstuk, isolatie onder de motorkap, kabels en kabelboom onder de motorkap (bekabeling van de motor enz.), snelheidssensoren, slangen, ventilatormodules en klopsensoren;
- ii.
Voorzieningen van het brandstofsysteem zoals brandstofslangen en al dan niet aan de onderzijde van de carrosserie bevestigde brandstoftanks;
- iii.
Pyrotechnische voorzieningen en voorzieningen die daardoor worden beïnvloed, zoals ontstekingskabels van de airbags, stoelhoezen/-bekleding (alleen voor zover relevant met het oog op de airbags) en airbags (frontaal en lateraal);
- iv.
Ophanging en interieurtoepassingen zoals sierelementen, akoestisch materiaal en veiligheidsgordels.
- b.
Onderdelen in voertuigen gespecificeerd in het bovenstaande tweede lid, onderdeel a, punten i-iv, en onderdelen die in een of meer van de volgende categorieën vallen:
- i.
Versterkte kunststoffen (instrumentenpanelen en interieurbekleding);
- ii.
Onder de motorkap of het dashboard (aansluitblokken/zekeringsblokken, bedrading voor hoge stroomsterkte en kabelbekleding (bougiedraden));
- iii.
Elektrische en elektronische apparatuur (accuhouders, accubakken, elektrische connectoren voor de motorbesturing, onderdelen van radiodisks, systemen voor satellietnavigatie, gps- en computersystemen);
- iv.
Weefsels zoals hoedenplanken, bekleding, hemelbekleding, autozittingen, hoofdsteunen, zonnekleppen, interieurpanelen, vloerbekleding.
3
De specifieke uitzonderingen voor de in het tweede lid, onderdeel a, genoemde onderdelen verstrijken aan het einde van de levensduur van voertuigen van oudere modellen of in 2036, naargelang welke datum het eerste is.
4
De specifieke uitzonderingen voor de in het tweede lid, onderdeel b, genoemde onderdelen verstrijken aan het einde van de levensduur van voertuigen van oudere modellen of in 2036, naargelang welke datum het eerste is.
5
De specifieke uitzonderingen voor reserveonderdelen voor luchtvaartuigen waarvoor typegoedkeuring is aangevraagd vóór december 2018 en die vóór december 2022 is verkregen, verstrijken aan het einde van de levensduur van deze luchtvaartuigen.
Deel X. Perfluoroctaanzuur (PFOA), de zouten daarvan en PFOA-gerelateerde verbindingen
1
De productie en het gebruik van perfluoroctaanzuur (PFOA), de zouten daarvan en PFOA-gerelateerde verbindingen worden uitgebannen, behoudens ten aanzien van Partijen die het Secretariaat in kennis hebben gesteld van hun voornemen deze stoffen te produceren en/of te gebruiken in overeenstemming met artikel 4 van het Verdrag.
2
Elke partij die zich overeenkomstig artikel 4 heeft ingeschreven voor een uitzondering voor het gebruik van PFOA, de zouten daarvan en PFOA-gerelateerde verbindingen voor blusschuim, dient
- a.
niettegenstaande het tweede lid van artikel 3 ervoor te zorgen dat blusschuim dat PFOA, de zouten daarvan en PFOA-gerelateerde verbindingen bevat of kan bevatten, niet wordt uitgevoerd of ingevoerd, behalve met het oog op een milieuverantwoorde verwijdering als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d;
- b.
geen blusschuim te gebruiken dat PFOA, de zouten daarvan en PFOA-gerelateerde verbindingen bevat of kan bevatten voor opleiding;
- c.
geen blusschuim te gebruiken dat PFOA, de zouten daarvan en PFOA-gerelateerde verbindingen bevat of kan bevatten voor tests tenzij alle vrijkomende stoffen zijn vastgehouden;
- d.
tegen eind 2022, als zij de capaciteit heeft om dit te doen, doch uiterlijk in 2025, het gebruik van blusschuim dat PFOA, de zouten daarvan en PFOA-gerelateerde verbindingen bevat of kan bevatten, te beperken tot locaties waar alle vrijgekomen stoffen kunnen worden vastgehouden;
- e.
zich vastberaden in te spannen om zo snel mogelijk te komen tot een milieuverantwoord beheer van voorraden blusschuim en het afval van blusschuimdie PFOA, de zouten daarvan en PFOA-gerelateerde verbindingen bevatten of kunnen bevatten, in overeenstemming met het eerste lid van artikel 6.
3
Met betrekking tot de specifieke uitzondering voor het gebruik van perfluoroctyljodide voor de productie van perfluoroctylbromide ten behoeve van de productie van farmaceutische producten beoordeelt de Conferentie van de Partijen tijdens haar dertiende gewone vergadering en elke tweede gewone vergadering daarna of deze specifieke uitzondering nog steeds nodig is. Deze specifieke uitzondering zal uiterlijk in 2036 vervallen.