Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie
Artikel 69 Wijziging
Geldend
Geldend vanaf 14-12-2005
- Bronpublicatie:
31-10-2003, Trb. 2005, 244 (uitgifte: 18-10-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2003, Trb. 2005, 244 (uitgifte: 18-10-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Na het verstrijken van een termijn van vijf jaar na de inwerkingtreding van dit Verdrag kan een Staat die partij is een wijziging voorstellen en toezenden aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, die de voorgestelde wijziging vervolgens toezendt aan de Staten die partij zijn en aan de Conferentie van de Staten die partij zijn bij het Verdrag, teneinde het voorstel te bestuderen en erover te beslissen. De Conferentie van de Staten die partij zijn stelt alles in het werk om consensus te bereiken over iedere wijziging. Indien alle pogingen om consensus te bereiken zijn mislukt en er geen overeenstemming wordt bereikt, wordt de wijziging in laatste instantie aangenomen met een tweederde meerderheid van de Staten die partij zijn die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen tijdens de Conferentie van de Staten die partij zijn.
2.
Regionale organisaties voor economische integratie oefenen ter zake van binnen hun bevoegdheid vallende aangelegenheden hun stemrecht ingevolge dit artikel uit met een aantal stemmen dat gelijk is aan het aantal van hun lidstaten die partij zijn bij dit Verdrag. Deze organisaties oefenen hun stemrecht niet uit indien hun lidstaten hun stemrecht uitoefenen en vice versa.
3.
Een wijziging aangenomen overeenkomstig het eerste lid van dit artikel dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd door de Staten die partij zijn.
4.
Een wijziging aangenomen overeenkomstig het eerste lid van dit artikel wordt ten aanzien van een Staat die partij is van kracht negentig dagen na de datum van de nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van die wijziging bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.
5.
Wanneer een wijziging van kracht wordt, is zij bindend voor de Staten die partij zijn en die het feit dat zij ermee instemmen erdoor gebonden te worden tot uitdrukking hebben gebracht. De andere Staten die partij zijn, blijven gebonden door de bepalingen van dit Verdrag en door alle eerdere wijzigingen die zij hebben bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd.