Einde inhoudsopgave
Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Artikel 15ae [Verliesverrekening over het voegingstijdstip]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Redactionele toelichting
Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 01-01-2022.
- Bronpublicatie:
22-12-2021, Stb. 2021, 652 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken: 35928)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2021, Stb. 2021, 652 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken: 35928)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
1
Voor de toepassing van artikel 20, tweede lid, vindt:
- a.
de verrekening van door een maatschappij voor haar voegingstijdstip geleden verliezen (voorvoegingsverliezen) met de belastbare winst van de fiscale eenheid plaats voorzover deze winst aan die maatschappij is toe te rekenen;
- b.
de verrekening van een verlies van de fiscale eenheid met de voor het voegingstijdstip van een maatschappij genoten belastbare winst van die maatschappij plaats voorzover het verlies aan die maatschappij is toe te rekenen;
- c.
indien een bestaande fiscale eenheid wordt uitgebreid of indien een bestaande fiscale eenheid wordt opgenomen in een nieuwe fiscale eenheid — de verrekening van een voor dat voegingstijdstip geleden verlies van die bestaande fiscale eenheid met de belastbare winst van de fiscale eenheid plaats voorzover deze winst is toe te rekenen aan de maatschappijen die direct voorafgaande aan dat voegingstijdstip tot de bestaande fiscale eenheid behoorden;
- d.
indien een bestaande fiscale eenheid wordt uitgebreid of indien een bestaande fiscale eenheid wordt opgenomen in een nieuwe fiscale eenheid — de verrekening van een na dat voegingstijdstip geleden verlies van de fiscale eenheid met de belastbare winst van de bestaande fiscale eenheid plaats voorzover dit verlies is toe te rekenen aan de maatschappijen die direct voorafgaande aan dat voegingstijdstip tot de bestaande fiscale eenheid behoorden.
2.
Het eerste lid, onderdeel a, vindt geen toepassing voorzover de winst van de fiscale eenheid betrekking heeft op vermogensbestanddelen die door een maatschappij zijn verkregen van een andere maatschappij die ten tijde van die verkrijging van de fiscale eenheid deel uitmaakte en die winst op de voet van artikel 15ah, tweede lid, aan die andere maatschappij zou zijn toegerekend indien de fiscale eenheid niet ten aanzien van die andere maatschappij zou zijn beëindigd, behoudens indien met betrekking tot die vermogensbestanddelen artikel 15ai, eerste of tweede lid, toepassing heeft gevonden.
3
Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde verrekening wordt in artikel 20a voor ‘de belastingplichtige’ gelezen: de maatschappij, onderscheidenlijk de bestaande fiscale eenheid die wordt uitgebreid, of de bestaande fiscale eenheid die wordt opgenomen in een nieuwe fiscale eenheid.
4.
Bij de voorwaartse verrekening van verliezen van een fiscale eenheid of voorvoegingsverliezen van de moedermaatschappij worden voorvoegingsverliezen van dochtermaatschappijen buiten beschouwing gelaten bij de vraag welk jaar voor de toepassing van artikel 20a, eerste lid, als oudste jaar kwalificeert.
5
Voor de toepassing van artikel 20a, vierde lid, worden de werkzaamheden die na het begin van het oudste jaar, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, binnen een fiscale eenheid van de ene maatschappij zijn overgedragen aan een andere maatschappij, gedurende het bestaan van de fiscale eenheid tussen die maatschappijen nog in aanmerking genomen bij de overdragende maatschappij.
6.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aan een met ingang van haar oprichting gevoegde dochtermaatschappij toe te rekenen winst van de fiscale eenheid aangemerkt als winst van de maatschappijen die deze dochtermaatschappij hebben opgericht, naar rato van hun kapitaalinbreng. Indien de eerste zin toepassing vindt en bij een maatschappij die de met ingang van haar oprichting gevoegde dochtermaatschappij heeft opgericht sprake is van verliezen als bedoeld in artikel 34i, eerste zin, worden voor de toepassing van dat artikel de werkzaamheden en het vermogen van deze dochtermaatschappij aangemerkt als de werkzaamheden en het vermogen van die andere maatschappij, naar rato van haar kapitaalinbreng.