Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 305/2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad
Bijlage V Beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid
Geldend
Geldend vanaf 17-11-2024
- Bronpublicatie:
30-05-2024, PbEU L 2024, 2024/2769 (uitgifte: 28-10-2024, regelingnummer: 2024/2769)
- Inwerkingtreding
17-11-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2024, PbEU L 2024, 2024/2769 (uitgifte: 28-10-2024, regelingnummer: 2024/2769)
- Vakgebied(en)
Bouwrecht / Veiligheid en milieu
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1. Systemen voor beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid
De fabrikant stelt de prestatieverklaring op en bepaalt het producttype op basis van de beoordelingen en verificaties van de prestatiebestendigheid die in het kader van de volgende systemen zijn uitgevoerd:
1.1. Systeem 1+
- a)
De fabrikant voert het volgende uit:
- i)
de productiecontrole in de fabriek;
- ii)
verdere tests van door de fabrikant in de productie-installatie genomen monsters volgens het voorgeschreven testprogramma.
- b)
De aangemelde productcertificatie-instantie beslist over de afgifte, de beperking, de schorsing of de intrekking van het certificaat van bestendigheid van de prestaties van het bouwproduct op basis van de resultaten van de volgende door die instantie uitgevoerde beoordelingen en verificaties:
- i)
een beoordeling van de prestaties van het bouwproduct op basis van tests (inclusief bemonstering), berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het product;
- ii)
de initiële inspectie van de productie-installatie en van de productiecontrole in de fabriek;
- iii)
doorlopende bewaking, beoordeling en evaluatie van de productiecontrole in de fabriek;
- iv)
steekproefsgewijze controle van monsters die door de aangemelde productcertificatie-instantie in de productie-installatie of in de opslagplaatsen van de fabrikant zijn genomen.
1.2. Systeem 1
- a)
De fabrikant voert het volgende uit:
- i)
de productiecontrole in de fabriek;
- ii)
verdere tests van door de fabrikant in de productie-installatie genomen monsters volgens het voorgeschreven testprogramma.
- b)
De aangemelde productcertificatie-instantie beslist over de afgifte, de beperking, de schorsing of de intrekking van het certificaat van bestendigheid van de prestaties van het bouwproduct op basis van de resultaten van de volgende door die instantie uitgevoerde beoordelingen en verificaties:
- i)
een beoordeling van de prestaties van het bouwproduct op basis van tests (inclusief bemonstering), berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het product;
- ii)
de initiële inspectie van de productie-installatie en van de productiecontrole in de fabriek;
- iii)
doorlopende bewaking, beoordeling en evaluatie van de productiecontrole in de fabriek.
1.3. Systeem 2+
- a)
De fabrikant voert het volgende uit:
- i)
een beoordeling van de prestaties van het bouwproduct op basis van tests (inclusief bemonstering), berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van dat product;
- ii)
de productiecontrole in de fabriek;
- iii)
tests van door de fabrikant in de productie-installatie genomen monsters volgens het voorgeschreven testprogramma.
- b)
De aangemelde certificatie-instantie voor productiecontrole in de fabriek beslist over de afgifte, de beperking, de schorsing of de intrekking van het conformiteitscertificaat van de productiecontrole in de fabriek op basis van de resultaten van de volgende door die instantie uitgevoerde beoordelingen en verificaties:
- i)
de initiële inspectie van de productie-installatie en van de productiecontrole in de fabriek;
- ii)
doorlopende bewaking, beoordeling en evaluatie van de productiecontrole in de fabriek.
1.4. Systeem 3
- a)
De fabrikant voert de productiecontrole in de fabriek uit.
- b)
Het aangemelde laboratorium beoordeelt de prestaties op basis van tests (op basis van bemonstering door de fabrikant), berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het bouwproduct.
1.4 bis. Systeem 3+
- a)
de fabrikant voert het volgende uit:
- i)
de beoordeling van de prestaties van het product op basis van gegevensverzameling voor inputwaarden, aannamen en modellen;
- ii)
de productiecontrole in de fabriek;
- b)
de aangemelde instantie voor de validering van beoordelingen beslist over de afgifte, de beperking, de schorsing of de intrekking van het valideringsverslag van de prestatiebestendigheid van het bouwproduct op basis van de resultaten van de volgende door die instantie uitgevoerde beoordelingen en verificaties:
- i)
de validering van de inputwaarden, de gemaakte aannamen en de naleving van de toepasselijke generieke of productcategoriespecifieke voorschriften;
- ii)
de validering van de beoordeling van de fabrikant;
- iii)
de validering van het bij de totstandbrenging van die beoordeling gehanteerde proces;
- iv)
de validering van het correcte gebruik van software die geschikt is voor de beoordeling;
- v)
de initiële inspectie van de productie-installatie ter validering van eventuele bedrijfsspecifieke gegevens.
1.5. Systeem 4
- a)
De fabrikant voert het volgende uit:
- i)
een beoordeling van de prestaties van het bouwproduct op basis van tests, berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van dat product;
- ii)
de productiecontrole in de fabriek.
- b)
Er zijn geen taken waarvoor een beroep moet worden gedaan op aangemelde instanties.
1.6. Bouwproducten waarvoor een Europese technische beoordeling is afgegeven
Aangemelde instanties die taken in het kader van de systemen 1+, 1, 3 en 3+ uitvoeren, alsook fabrikanten die taken in het kader van de systemen 2+ en 4 uitvoeren, moeten de voor het bouwproduct in kwestie afgegeven Europese technische beoordeling beschouwen als de beoordeling van de prestaties van dat product. Aangemelde instanties en fabrikanten voeren bijgevolg niet de taken uit die zijn vermeld in respectievelijk punt 1.1, b), i), punt 1.2, b), i), punt 1.3, a), i), punt 1.4, b), punt 1.4 bis), a), i), en punt 1.5, a), i).
2. Instanties die betrokken zijn bij de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid
De aangemelde instanties die bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties van bouwproducten betrokken zijn, kunnen op grond van hun taken als volgt worden ingedeeld:
- 1.
productcertificatie-instantie: een instantie die overeenkomstig hoofdstuk VII is aangemeld om de prestatiebestendigheid te certificeren;
- 2.
certificatie-instantie voor productiecontrole in de fabriek: een instantie die overeenkomstig hoofdstuk VII is aangemeld om de productiecontrole in de fabriek te certificeren;
- 3.
laboratorium: een instantie die overeenkomstig hoofdstuk VII is aangemeld om de prestaties van bouwproducten te meten, te onderzoeken, te testen, te berekenen of op andere wijze te beoordelen.
- 4.
instantie voor de validering van beoordelingen: een instantie die overeenkomstig hoofdstuk VII is aangemeld om de beoordeling van de prestaties van bouwproducten te valideren.
3. Horizontale aanmeldingen: Gevallen van essentiële kenmerken waarin niet naar een toepasselijke geharmoniseerde technische specificatie hoeft te worden verwezen
- 1.
Brandgedrag.
- 2.
Brandwerendheid.
- 3.
Gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde.
- 4.
Akoestische prestaties.
- 5.
Gevaren door emissie van gevaarlijke stoffen.
- 6.
Milieuduurzaamheid.