Einde inhoudsopgave
Uitleveringswet
Artikel 53 [Uitvoerbaarheid bevelen tot vrijheidsbeneming]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
22-02-2017, Stb. 2017, 82 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken: 34086)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
1.
De bevelen tot vrijheidsbeneming, gegeven krachtens deze wet, zijn dadelijk uitvoerbaar.
2.
Bevoegd tot het ten uitvoer leggen van bevelen tot aanhouding, voorlopige aanhouding of gevangenneming zijn de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering en in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering BES bedoelde ambtenaren.
3.
Op de tenuitvoerlegging van bevelen tot vrijheidsbeneming en de last daartoe zijn de artikelen 6:1:6, 6:1:7, 6:1:9, 6:1:15 en 6:2:1 van het Wetboek van Strafvordering van toepassing. Geschiedt de tenuitvoerlegging in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dan zijn de artikelen 618 tot en met 623 van het Wetboek van Strafvordering BES van toepassing.