NJB 2024/504
Schadestaatprocedure. Uitleg overwegingen in de hoofdprocedure. Kansschade. Hoge Raad: Niet onbegrijpelijk is dat het hof in de schadestaatprocedure de overwegingen van de rechtbank in de hoofdprocedure aldus heeft uitgelegd dat de rechtbank slechts heeft beslist dat de mogelijkheid voldoende aannemelijk is dat eiseres vergoedbare kansschade heeft geleden.
HR 16-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:249
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 februari 2024
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, K. Teuben
- Zaaknummer
23/00300
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Juridische beroepen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:249, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:971, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑11‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑01‑2023
- Wetingang
(art. 612 Rv)
Essentie
Schadestaatprocedure. Uitleg overwegingen in de hoofdprocedure. Kansschade. Hoge Raad: Niet onbegrijpelijk is dat het hof in de schadestaatprocedure de overwegingen van de rechtbank in de hoofdprocedure aldus heeft uitgelegd dat de rechtbank slechts heeft beslist dat de mogelijkheid voldoende aannemelijk is dat eiseres vergoedbare kansschade heeft geleden.
Partij(en)
C, adv. mr. M.J. van Basten Batenburg, vs. A, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
C heeft aanspraak gemaakt op uitkering onder een arbeidsongeschiktheidsverzekering. De verzekeraar heeft uitkering geweigerd. C heeft zich als cliënte gewend tot advocaat A om haar belangen te behartigen en het geschil met de verzekeraar voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.