Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft
Artikel 31 Specifieke voorwaarden voor het toestaan van bepaalde verplaatsingen van broedeieren in de beschermingszone
Geldend
Geldend vanaf 23-06-2020
- Bronpublicatie:
17-12-2019, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/687)
- Inwerkingtreding
23-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2019, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/687)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De bevoegde autoriteit mag verplaatsingen van broedeieren toestaan:
- a)
van een in de beschermingszone gelegen inrichting naar een in dezelfde lidstaat gelegen broederij, of
- b)
van een in dezelfde lidstaat gelegen inrichting naar een in de beschermingszone gelegen broederij.
2.
Voor de in lid 1, onder a), bedoelde toelating gelden de volgende voorwaarden:
- a)
de ouderkoppels waarvan de broedeieren zijn verkregen, zijn klinisch onderzocht en bemonsterd voor laboratoriumonderzoek, met gunstig resultaat;
- b)
de broedeieren en de verpakking ervan zijn vóór verzending ontsmet en de broedeieren kunnen worden getraceerd, en
- c)
de broedeieren worden vervoerd in vervoermiddelen die door de bevoegde autoriteit zijn verzegeld.
3.
De bevoegde autoriteit mag verplaatsingen van broedeieren toestaan van een in de beschermingszone gelegen inrichting naar een in dezelfde lidstaat gelegen inrichting voor uitkomst in de stal indien:
- a)
de ouderkoppels waarvan de broedeieren zijn verkregen, klinisch zijn onderzocht en zijn bemonsterd voor laboratoriumonderzoek, met gunstig resultaat;
- b)
de inrichting van bestemming tot 21 dagen na het uitkomen van de eieren onder officieel toezicht wordt geplaatst;
- c)
het pluimvee gedurende de onder b) bedoelde periode in de inrichting van bestemming blijft, en
- d)
aan de voorschriften van lid 2, onder b) en c), wordt voldaan.