Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft
Bijlage XV Bewakingsprogramma en duur van de bestrijdingsmaatregelen in de bewakingszone voor ziekten van categorie A bij aquacultuurdieren(zoals bedoeld in de artikelen 98 en 101 van deze verordening)
Geldend
Geldend vanaf 23-06-2020
- Bronpublicatie:
17-12-2019, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/687)
- Inwerkingtreding
23-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2019, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/687)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1. Bewakingsprogramma
De inrichtingen en groepen aquacultuurinrichtingen binnen een bewakingszone waar in de lijst opgenomen soorten worden gehouden, moeten overeenkomstig artikel 98 worden bewaakt om te controleren op besmetting met de desbetreffende ziekte van categorie A. De bewaking moet gezondheidsinspecties omvatten, met inbegrip van bemonstering van productie-eenheden. De bevoegde autoriteit moet die inspecties uitvoeren overeenkomstig de tabellen 1 en 2.
De in bijlage XII, punt 1, vastgestelde criteria zijn naargelang de soort van toepassing op de bemonstering.
Ziekte van categorie A | Aantal gezondheidsinspecties per jaar | Aantal laboratoriumonderzoeken per jaar | Aantal dieren in de steekproef | Periode van het jaar waarin monsters worden genomen | Verblijfsduur van de bemonsterde dieren in de inrichting |
---|---|---|---|---|---|
Infectie met Mikrocytos mackini | 1 | 1 | 150 | Periode waarvan bekend is dat de prevalentie van de besmetting dan het hoogst is of april-mei, na een periode van 3-vier maanden wanneer de temperatuur van het zeewater lager dan 10 °C is | vier maanden |
Infectie met Perkinsus marinus | 1 | 1 | 150 | Periode waarvan bekend is dat de prevalentie van de besmetting dan het hoogst is of september, oktober of november | vier maanden |
Infectie met het taurasyndroomvirus | 2 | 2 | 150 | Periode van het jaar waarin de watertemperatuur waarschijnlijk haar hoogste niveau van het jaar bereikt | twee maanden |
Infectie met het yellowheadvirus | 2 | 2 | 150 | Periode van het jaar waarin de watertemperatuur waarschijnlijk haar hoogste niveau van het jaar bereikt | twee maanden |
Type inrichting | Aantal gezondheidsinspecties per jaar (2 jaar) | Aantal bemonsteringen per jaar (2 jaar) | Aantal vissen in de steekproef | |
---|---|---|---|---|
Aantal opgroeiende vissen | Aantal paaivissen (2) | |||
| 2 | 2 | 150 (eerste en tweede inspectie) | 150 (eerste of tweede inspectie) |
| 2 | 1 | 0 | 150 (2) (eerste of tweede inspectie) |
| 2 | 2 | 150 (eerste en tweede inspectie) | 0 |
Maximumaantal vissen per verzamelmonster: 10 |
2. Duur van de bestrijdingsmaatregelen in de bewakingszone
Ziekte van categorie A | Minimale duur van de bewaking |
---|---|
Infectie met Mikrocytos mackini | 3 jaar |
Infectie met Perkinsus marinus | 3 jaar |
Infectie met het taurasyndroomvirus | 2 jaar |
Infectie met het yellowheadvirus | 2 jaar |
Epizoötische hematopoëtische necrose | 2 jaar |
Wanneer de bewakingsperiode is verstreken en er geen nieuwe besmetting met de desbetreffende ziekte van categorie A is ontdekt, moeten de maatregelen in de bewakingszone overeenkomstig artikel 101 van deze verordening worden opgeheven.
Voetnoten
De bemonstering van vissen voor laboratoriumonderzoek moet worden uitgevoerd wanneer de watertemperatuur tussen 11 en 20 °C bedraagt. Het voorschrift inzake watertemperatuur is ook van toepassing op gezondheidsinspecties. In inrichtingen waar de watertemperatuur op geen enkel moment van het jaar 11 °C bereikt, moeten de bemonstering en de gezondheidsinspecties worden uitgevoerd wanneer de watertemperatuur het hoogst is.
Monsters van paaivissen mogen geen gonadale vloeistoffen, hom of eicellen omvatten, aangezien er geen bewijs is dat EHN infectie van het voortplantingssysteem veroorzaakt.
Monsters van paaivissen mogen geen gonadale vloeistoffen, hom of eicellen omvatten, aangezien er geen bewijs is dat EHN infectie van het voortplantingssysteem veroorzaakt.