JOW 2014/13
procesrecht, verdeling/toerekening hoofdelijkheid, overgangsrecht
HR 03-07-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5178
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juli 2012
- Magistraten
Van Schendel, De Savornin Lohman, Splinter-van Kan
- Zaaknummer
11/02669
- LJN
BW5178
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW5178, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑07‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW5178, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑07‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2011
- Wetingang
Essentie
Bevestiging overgangsrecht ‘hoofdelijkheid’
Samenvatting
Art. 36e, zevende lid, Sr houdt een wijziging van wetgeving in ten aanzien van de toepasselijke regels van sanctierecht (vgl. HR 18 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:653) Het na 1 juli 2011 geldende recht kan niet als gunstiger voor de betrokkene worden aangemerkt, aangezien naar het voorheen geldende recht niet de in art. 36e Sr bedoelde betalingsverplichting kan worden opgelegd tot het volledige bedrag dat een betrokkene en zijn mededader tezamen wederrechtelijk hebben verkregen zonder dat behoeft te worden vastgesteld welk deel daarvan in het vermogen van de betrokkene is gevloeid. Hoofdelijkheid kan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.