Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2002/59/EG betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad
Artikel 10 Reisgegevensrecorders
Geldend
Geldend vanaf 05-08-2002
- Bronpublicatie:
27-06-2002, PbEG 2002, L 208 (uitgifte: 05-08-2002, regelingnummer: 2002/59/EG)
- Inwerkingtreding
05-08-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2002, PbEG 2002, L 208 (uitgifte: 05-08-2002, regelingnummer: 2002/59/EG)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De lidstaten nemen alle nodige en passende maatregelen om ervoor te zorgen dat schepen die een haven van een lidstaat binnenlopen, uitgerust zijn met een reisgegevensrecorder (VDR), overeenkomstig de bepalingen van bijlage II, deel II. De eventueel aan ro-ro-veerboten of hogesnelheidspassagiersvaartuigen op grond van artikel 4, onder d), van Richtlijn 1999/35/EG van de Raad (1) verleende vrijstellingen eindigen op 5 augustus 2002.
2.
Voor onderzoek naar ongevallen op zee in onder de jurisdictie van een lidstaat vallende wateren, worden de met een reisgegevensrecorder verzamelde gegevens ter beschikking gesteld van die lidstaat. De lidstaten zorgen ervoor dat die gegevens bij het onderzoek effectief worden gebruikt en dat zij naar behoren worden geanalyseerd. Zij dragen er zorg voor dat de bevindingen van het onderzoek zo spoedig mogelijk na de afsluiting bekend worden gemaakt.
Voetnoten
PB L 138 van 1.6.1999, blz. 1.