Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2002/59/EG betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad
Artikel 3 Definities
Geldend
Geldend vanaf 31-05-2009
- Bronpublicatie:
23-04-2009, PbEU 2009, L 131 (uitgifte: 01-01-2009, regelingnummer: 2009/17/EG)
- Inwerkingtreding
31-05-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-2009, PbEU 2009, L 131 (uitgifte: 01-01-2009, regelingnummer: 2009/17/EG)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Zeevervoer
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- a)
‘relevante internationale instrumenten’: de volgende instrumenten, in hun bijgewerkte versie:
- —
‘MARPOL’: het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen van 1973 en het bijbehorende protocol van 1978;
- —
‘SOLAS’; het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, en bijbehorende protocollen en wijzigingen;
- —
- —
- —
‘SAR’: het Internationaal Verdrag inzake opsporing en redding op zee van 1979;
- —
‘ISM-code’: de internationale veiligheidscode;
- —
‘IMDG-code’: de internationale IMO-code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee;
- —
‘IBC-code’: de internationale IMO-code voor de bouw en de uitrusting van schepen die gevaarlijke chemicaliën in bulk vervoeren;
- —
‘IGC-code’: de internationale IMO-code voor de bouw en de uitrusting van schepen die vloeibaar gas in bulk vervoeren;
- —
‘BC-code’: de IMO-code met praktische voorschriften voor de veiligheid van het vervoer van lading;
- —
‘INF-code’: de IMO-code van veiligheidsvoorschriften voor het vervoer van bestraalde splijtstoffen, plutonium en hoogradioactieve afval in vaten aan boord van een schip;
- —
‘Resolutie A 851 (20) van de IMO’, Resolutie 851 (20) van de Internationale Maritieme Organisatie, getiteld: ‘General principles for ship reporting systems and ship reporting requirements, including guidelines for reporting incidents involving dangerous goods, harmful substances and/or marine pollutants’;
- —
Resolutie A.917(22) van de IMO: Resolutie A.917(22) van de Internationale Maritieme Organisatie, getiteld: ‘Guidelines for the onboard use of AIS’, zoals gewijzigd bij Resolutie A.956(23) van de IMO;
- —
Resolutie A.949(23) van de IMO: Resolutie A.949(23) van de Internationale Maritieme Organisatie, getiteld: ‘Guidelines on places of refuge for ships in need of assistance’;
- —
Resolutie A.950(23) van de IMO: Resolutie A.950(23) van de Internationale Maritieme Organisatie, getiteld: ‘Maritime assistance services (MAS)’;
- —
IMO-richtsnoeren betreffende de billijke behandeling van zeelieden bij een ongeval op zee (IMO guidelines on the fair treatment of seafarers in the event of a maritime accident): de richtsnoeren in bijlage bij Resolutie LEG.3(91) van de juridische commissie van de IMO van 27 april 2006 en goedgekeurd door de raad van bestuur van de Internationale Arbeidsorganisatie op haar 296ste zitting van 12 tot 16 juni 2006.
- b)
‘exploitant’: de reder of beheerder van een schip;
- c)
‘agent’: de persoon die opdracht of toestemming heeft om namens de exploitant van een schip informatie te verstrekken;
- d)
‘verlader’: de persoon door wie, namens wie of ten behoeve van wie een overeenkomst voor het vervoer van goederen over zee is gesloten met een vervoerder;
- e)
‘maatschappij’: de maatschappij als bedoeld in voorschrift 1, paragraaf 2, van hoofdstuk IX van het SOLAS-verdrag;
- f)
‘schip’: een zeeschip of -vaartuig;
- g)
‘gevaarlijke stoffen’:
- —
stoffen als omschreven in de IMDG-code,
- —
gevaarlijke vloeistoffen opgenomen in hoofdstuk 17 van de IBC-code,
- —
vloeibare gassen opgenomen in hoofdstuk 19 van de IGC-code,
- —
vaste stoffen als bedoeld in aanhangsel B van de BC-code.
Inbegrepen zijn ook de stoffen voor het vervoer waarvan passende voorwaarden zijn neergelegd overeenkomstig paragraaf 1.1.3 van de IBC-code of paragraaf 1.1.6 van de IGC-code;
- h)
‘verontreinigende stoffen’:
- —
oliesoorten als omschreven in bijlage I van het MARPOL-verdrag,
- —
schadelijke vloeistoffen als omschreven in bijlage II van het MARPOL-verdrag,
- —
schadelijke stoffen als omschreven in bijlage III van het MARPOL-verdrag;
- i)
‘laadeenheid’: een vrachtwagen, een goederenwagon, een container, een tankwagen, een spoorwagen of een mobiele tank;
- j)
‘adres’: naam en communicatieverbindingen via welke, indien nodig, contact kan worden gelegd met de exploitant, de agent, de havenautoriteit, de bevoegde instantie of iedere andere gemachtigde persoon of organisatie die beschikt over gedetailleerde gegevens betreffende de lading van het schip;
- k)
‘bevoegde instantie’: de instantie of organisatie die door een lidstaat is aangewezen om de uit hoofde van deze richtlijn te vervullen taken te verrichten;
- l)
‘havenautoriteit’: de bevoegde autoriteit of het bevoegde orgaan die/dat voor elke haven door een lidstaat is aangewezen om de uit hoofde van deze richtlijn meegedeelde informatie in ontvangst te nemen en door te geleiden;
- m)
‘toevluchtsoord’: een door een lidstaat voor de opvang van schepen in nood aangewezen haven, deel van een haven of andere beschutte aanleg- of ankerplaats dan wel veilig gebied;
- n)
‘kuststation’: een door een lidstaat uit hoofde van deze richtlijn aangewezen verkeersbegeleidingssysteem, walinstallatie belast met een door de IMO goedgekeurd systeem van verplichte melding of organisatie belast met de coördinatie van zoek- of reddingsoperaties of van de bestrijding van verontreiniging van de zee;
- o)
‘verkeersbegeleidingssysteem’: (VBS): een dienst die opgezet is om de veiligheid en de efficiëntie van het scheepsverkeer te verbeteren en het milieu te beschermen en dus in het verkeer kan interveniëren en op verkeerssituaties die zich in het VBS-gebied voordoen, kan reageren;
- p)
‘scheepsrouteringssysteem’: een systeem van één of meer routes of routeringsmaatregelen om het risico van scheepsongevallen te verkleinen dat bestaat uit verkeersscheidingsstelsels, vaarwegen voor tweerichtingsverkeer, aanbevolen koerslijnen, gebieden die dienen te worden gemeden, zones voor kustverkeer, rotondes, voorzorgsgebieden en diepwaterroutes;
- q)
‘traditionele schepen’: historische schepen en replica's daarvan, met inbegrip van schepen die ontworpen zijn om traditionele vaardigheden en zeemanschap aan te moedigen en te bevorderen, die als levende cultuurmonumenten volgens de traditionele beginselen van zeemanschap en techniek worden bestuurd;
- r)
‘ongeval’: een ongeval in de zin van de IMO-code voor het onderzoek naar ongevallen en incidenten en ongevallen op zee;
- s)
‘SafeSeaNet’: het communautaire systeem voor de uitwisseling van maritieme informatie dat door de Commissie in samenwerking met de lidstaten is ontwikkeld ter uitvoering van de Gemeenschapswetgeving;
- t)
‘lijndienst’, een reeks overtochten door schepen waarmee de verbinding tussen dezelfde twee of meer havens wordt onderhouden, hetzij volgens een gepubliceerde dienstregeling, hetzij met een zodanige regelmaat of frequentie dat zij een herkenbare systematische reeks vormen;
- u)
‘vissersvaartuig’: elk vaartuig dat is uitgerust voor commerciële exploitatie van levende aquatische hulpbronnen;
- v)
‘schip dat bijstand behoeft’: een schip in omstandigheden die gevaar voor verlies van het schip, voor het milieu of voor de scheepvaart kunnen opleveren, onverminderd de bepalingen van het SAR-verdrag inzake opsporing en redding op zee;
- w)
‘LRIT’: een systeem voor het op lange afstand identificeren en volgen van schepen in overeenstemming met Voorschrift 19-1 van hoofdstuk V van het SOLAS-verdrag.