Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 2.15.10 Informatieverplichtingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Redactionele toelichting
In de Staatscourant is nogmaals een lid 4 ingevoegd.
- Bronpublicatie:
06-12-2021, Stcrt. 2021, 49292 (uitgifte: 13-12-2021, regelingnummer: WJZ/ 21140244)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2021, Stcrt. 2021, 49292 (uitgifte: 13-12-2021, regelingnummer: WJZ/ 21140244)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Een aanvraag om subsidie bevat ten minste de gegevens, bedoeld in bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en artikel 6, tweede lid, van de groepsvrijstellingsverordening landbouw.
2.
Onverminderd het eerste lid bevat een aanvraag om subsidie ten minste:
- a.
gegevens over de aanvrager, waaronder de naam van de aanvrager, voor zover van toepassing het nummer waaronder de onderneming is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, het post- en bezoekadres en het rekeningnummer;
- b.
gegevens over de contactpersoon bij de aanvrager, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres;
- c.
in geval van een samenwerkingsverband: gegevens over de contactpersoon bij de penvoerder, waaronder de naam, het telefoonnummer, het e-mailadres en het postadres;
- d.
kerngegevens over het project;
- e.
een projectplan;
- f.
een gespecificeerde begroting.
3.
Het projectplan, bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, bevat in ieder geval:
- a.
de aanduiding van het Natura 2000-gebied waar het project betrekking op heeft;
- b.
een kwalitatieve probleemanalyse inclusief onderbouwing;
- c.
een omschrijving van de te treffen natuurherstelmaatregelen, inclusief het gebied waar de natuurherstelmaatregelen worden uitgevoerd en voor zover nodig de intekening van de te verwerven landbouwgrond en, indien dit afwijkt, het gebied waar de natuurherstelmaatregelen effect hebben, beide weergegeven op een kaart, de frequentie van de natuurherstelmaatregelen en de tijdplanning waarbinnen de natuurherstelmaatregelen worden gerealiseerd;
- d.
de met de natuurherstelmaatregelen beoogde eindsituatie van het gebied, waarbij ten minste wordt ingegaan op: het beoogde habitat, inclusief de oppervlakte en de mate waarin de natuurherstelmaatregelen bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit of uitbreiding van het areaal van de typen natuurlijke habitats of de habitats van soorten in de Natura 2000-gebieden;
- e.
een beschrijving van de risico’s en beheersmaatregelen, inclusief een beschrijving van de betrokkenheid van andere organisaties bij het project;
- f.
een verklaring dat de provincie op wiens grondgebied het project het meeste effect sorteert is geïnformeerd over het voorgenomen project;
- g.
ingeval van grondverwerving:
- 1°
onderbouwing waarom de verwerving bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit of uitbreiding van de oppervlakte van stikstofgevoelige natuurlijke habitats of habitats van soorten;
- 2°
een door een onafhankelijke taxateur uitgevoerde pretaxatie van de te verwerven landbouwgrond;
- 3°
een kadastrale omschrijving van de landbouwgrond ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd;
- 4°
een document waaruit blijkt dat de verwerving is afgestemd met de provincie waarin de landbouwgrond is gelegen.
4.
Voor het maken van de kaart, bedoeld in het derde lid, onderdeel c, wordt gebruik gemaakt van een topografische kaart met een schaal van ten hoogste 1:10.000, waarop de grenzen zijn aangegeven van het gebied waar de natuurherstelmaatregelen worden uitgevoerd, en, indien dit afwijkt, het gebied waar de natuurherstelmaatregelen effect hebben.
4.
De pretaxatie, bedoeld in het derde lid, onderdeel g, onder 2°, wordt ten hoogste drie maanden voor de indiening van de subsidieaanvraag uitgevoerd.