V-N 2011/53.16
Vrijgesteld gebruik dat plaatsheeft na ingebruikneming van een onroerende zaak, leidt tot herziening van de aftrek op de voet van art. 13 (en 13a) Uitv.besch. OB 1968 en niet op de voet van art. 15 lid 4 tweede volzin Wet OB 1968
HR 21-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT8766, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 oktober 2011
- Magistraten
Van Vliet, Punt, Overgaauw
- Zaaknummer
10/05228
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BT8766
- JCDI
JCDI:ADS180753:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT8766, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑10‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑01‑2011
- Wetingang
art. 15 Wet OB 1968
Essentie
Vrijgesteld gebruik dat plaatsheeft na ingebruikneming van een onroerende zaak, leidt tot herziening van de aftrek op de voet van art. 13 (en 13a) Uitv.besch. OB 1968 en niet op de voet van art. 15 lid 4 tweede volzin Wet OB 1968
Samenvatting
Belanghebbende, X mbH te Z (Duitsland), heeft op 16 december 2002 een kantoorpand in aanbouw geleverd gekregen en heeft de ter zake van de levering in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek gebracht. Zij heeft het kantoorpand doen afbouwen. De oplevering heeft plaats op 1 juni 2005. Het gebouw is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.