Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968
Artikel 13a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
20-12-2006, Stcrt. 2006, 250 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: DV2006/00790M)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2006, Stcrt. 2006, 250 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: DV2006/00790M)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
1.
In geval van levering door de ondernemer van de in artikel 13, eerste lid, bedoelde goederen binnen de termijn waarin de aftrek wordt herzien, is artikel 13, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing. Daarbij wordt de ondernemer geacht tot het einde van die termijn het gebruik van het goed voor bedrijfsdoeleinden voort te zetten uitsluitend ten behoeve van:
- a.
belaste handelingen, indien ter zake van de levering van het goed belasting verschuldigd is dan wel geen belasting verschuldigd is omdat het gaat om een handeling als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de wet;
- b.
handelingen waarvoor geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat, indien ter zake van de levering van het goed geen belasting verschuldigd is en het niet gaat om een handeling als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de wet.
2.
De herziening geschiedt in één keer bij de aangifte over het belastingtijdvak waarin de levering plaatsvindt.