RvdW 2013/880
Aansprakelijkheid Staat voor strafvorderlijk optreden jegens degene die eerst nadien als verdachte is aangemerkt; maatstaf; HR 13 oktober 2006, NJ 2007/432, m.nt. J.B.M. Vranken (gebleken-onschuld-criterium) of HR 30 maart 2001, NJ 2003/615, m.nt. MS (égalitébeginsel)?
HR 12-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ7397 (Staat der Nederlanden)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 juli 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, M.A. Loth, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/03005
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Roepnaam
Staat der Nederlanden
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ7397, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑07‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ7397, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2012
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 27 Sv
Essentie
Aansprakelijkheid Staat voor strafvorderlijk optreden jegens degene die eerst nadien als verdachte is aangemerkt; maatstaf; HR 13 oktober 2006, NJ 2007/432, m.nt. J.B.M. Vranken (gebleken-onschuld-criterium) of HR 30 maart 2001, NJ 2003/615, m.nt. MS (égalitébeginsel)?
De vraag of sprake is van een gewezen verdachte op wie de maatstaven van HR 13 oktober 2006, NJ 2007/432 (Begaclaim), m.nt. J.B.M. Vranken, van toepassing zijn, dient in beginsel te worden beantwoord naar de toestand ten tijde van de toepassing van het strafvorderlijk dwangmiddel. Dit lijdt evenwel uitzondering indien, zoals in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.