NJ 2003, 615
Strafvorderlijk optreden; schadevergoeding aan niet-verdachte; (on)rechtmatigheid; onevenredig nadeel.
HR 30-03-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB0801, m.nt. M. van Scheltema (Staat/Lavrijsen)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 maart 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/083HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
M. van Scheltema
- LJN
AB0801
- Roepnaam
Staat/Lavrijsen
- JCDI
JCDI:ADS114537:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB0801, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑03‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB0801, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2001
- Wetingang
Essentie
Strafvorderlijk optreden; schadevergoeding aan niet-verdachte; (on)rechtmatigheid; onevenredig nadeel.
Een huiszoeking die voldoet aan de voor dit dwangmiddel geldende geschreven en ongeschreven regels van strafprocesrecht is ook jegens daarbij betrokken derden (niet-verdachten) rechtmatig. Het enkele feit dat een huiszoeking overeenkomstig de regels van strafvordering is geschied en derhalve rechtmatig is, staat niet eraan in de weg dat het daarbij toebrengen van schade onrechtmatig kan zijn. Uit de regel dat de onevenredig nadelige — d.w.z. buiten het normale maatschappelijke risico vallende, op een beperkte groep burgers of instellingen drukkende — gevolgen van een overheidshandelen of overheidsbesluit niet ten laste van die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.