NJB 2015/2238:Handelsnaam. Geschil tussen twee advocatenkantoren over het gebruik van een handelsnaam, onder meer door gebruik van een logo. 1. Verwarring. Weliswaar maakt de vormgeving van een naam als zodanig geen onderdeel uit van de handelsnaam, maar bij beantwoording van de vraag of bij het publiek verwarring tussen de ondernemingen is te duchten, mag ook de omstandigheid een rol spelen dat het gestelde handelsnaamgebruik plaatsvindt door gebruik van een logo. 2. Proceskosten. In het ongelijk gestelde partij. Indien de uitspraak van de eerste rechter in hoger beroep wordt bekrachtigd, wordt de appellant geheel in het ongelijk gesteld, ook al geschiedt die bekrachtiging op andere gronden dan die waarop de eerste rechter zijn beslissing heeft gegrond. 3. Proceskostenvergoeding in IE-zaken. Handelsnaamzaken. Indien in een procedure op de voet van art. 6 Hnw het verzoek is gegrond op art. 5 of 5a Hnw, kan art. 1019h Rv toepassing vinden