Einde inhoudsopgave
Kostuum- en titulatuurbesluit rechterlijke organisatie
Artikel 20 [Kleding onder toga]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Aanpassingswet modernisering rechterlijke organisatie (06-12-2001, Stb. 584).
- Bronpublicatie:
10-12-2001, Stb. 2001, 614 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Tijdens plechtige terechtzittingen en eveneens wanneer zij in het bij artikel 2 bedoelde kostuum een buiten een gerechtsgebouw plaats vindende openbare plechtigheid bijwonen, dragen de aldaar genoemde personen onder de toga donkere kleding en zwarte schoenen.
2.
Het bestuur van een gerecht of de president van de Hoge Raad is bevoegd ter gelegenheid van een terechtzitting of plechtigheid als in het eerste lid bedoeld, het dragen van ridderorden en eretekenen voor te schrijven. Deze dienen alsdan door hen, die daartoe gerechtigd zijn, gedragen te worden in modelformaat overeenkomstig het gebruik en overeenkomstig de desbetreffende statuten en reglementen.