Einde inhoudsopgave
Kostuum- en titulatuurbesluit rechterlijke organisatie
Artikel 2 [Alleen verplicht tijdens zitting of ambtsverrichting binnen een gebouw]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
27-11-2012, Stb. 2012, 600 (uitgifte: 30-11-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2012, Stb. 2012, 600 (uitgifte: 30-11-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De in artikel 1 genoemde rechterlijke ambtenaren, en degenen die door het bestuur zijn aangewezen of benoemd voor het verrichten van griffierswerkzaamheden en de waarnemend griffiers bij de Hoge Raad zijn gekleed in het voor hun ambt voorgeschreven kostuum, bestaande uit een toga en een bef en, met inachtneming van de volgende artikelen, een baret, wanneer zij binnen een gebouw, dat als gerechtsgebouw dienst doet, in de uitoefening van hun ambt aanwezig zijn op een terechtzitting of wanneer zij in een gebouw als vorenbedoeld anders dan ter terechtzitting een ambtsverrichting vervullen, waarbij het dragen van het kostuum gepast is.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op de procureurs-generaal die het College van procureurs-generaal vormen.