Einde inhoudsopgave
Aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb)
Artikel 18
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2009
- Bronpublicatie:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Inwerkingtreding
05-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Indien het bij koninklijke boodschap van 1 juni 2006 ingediende voorstel van wet tot Algehele herziening van de douanewetgeving (Algemene douanewet) (Kamerstukken II 2005/06, 30 580, nr. 2) tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt die wet als volgt gewijzigd:
- A.
In artikel 1:6, tweede lid, wordt ‘afdeling 5.2’ vervangen door: titel 5.2.
- B.
Artikel 1:31 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid wordt ‘het toepassen van bestuursdwang’ vervangen door: het opleggen van een last onder bestuursdwang.
- 2.
In het tweede lid wordt ‘toepassing van bestuursdwang’ vervangen door: oplegging van een last onder bestuursdwang.
- C.
In paragraaf 7.3.1 wordt vóór artikel 7:5 een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 7:4a
1
Artikel 4.4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
2
Artikel 4.4.1.4, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
3
Uitstel van betaling als bedoeld in de artikelen 224 tot en met 228 van het Communautair douanewetboek is geen uitstel van betaling als bedoeld in artikel 4.4.1.10 van de Algemene wet bestuursrecht.
4
Het uitstel van betaling, bedoeld in artikel 4.4.1.10 van de Algemene wet bestuursrecht, is een ‘andere betalingsfaciliteit’ als bedoeld in artikel 229 van het Communautair douanewetboek.
5
Artikel 4.4.1.12 van de Algemene wet bestuursrecht is slechts van toepassing indien het uitstel van betaling betreft ingevolge artikel 229 van het Communautair douanewetboek.
6
Afdeling 4.4.2 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
- D.
In de artikelen 9:1 tot en met 9:5 wordt ‘boete’ telkens vervangen door: bestuurlijke boete.
- E.
Artikel 9:6 komt te luiden:
Artikel 9:6
In afwijking van artikel 5.4.1.6, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht vervalt de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in deze afdeling door verloop van drie jaren na het tijdstip waarop het verzuim of vergrijp waarop de bestuurlijke boete betrekking heeft, heeft plaatsgevonden.
- F.
In het opschrift van afdeling 9.2 van Hoofdstuk 9 wordt ‘VOORSCHRIFTEN’ vervangen door: AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN.
- G.
De artikelen 9:7 en 9:9 tot en met 9:15 vervallen.
- H.
In artikel 9:8 wordt ‘boete’ telkens vervangen door: bestuurlijke boete.
- I.
In artikel 9:16 wordt ‘bij beschikking opgelegde boete’ vervangen door: opgelegde bestuurlijke boete.
- J.
Artikel 10:12 vervalt