V-N 2024/23.6
Prejudiciële vraag over heffingskortingen IB en PVV na emigratie naar Brazilië
Rb. Zeeland-West-Brabant 29-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:467, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum
29 januari 2024
- Magistraten
Bastiaansen
- Zaaknummer
BRE 22/4927
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS962341:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZWB:2024:467, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29‑01‑2024
- Wetingang
Essentie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad over de begrippen ‘het arbeidsinkomen’ en ‘het belastbare inkomen uit werk en woning’ in de context van de heffingskortingen in het jaar van emigratie.
Samenvatting
X woont tot 31 juli 2020 in Nederland (de binnenlandse periode) en de rest van het jaar in Brazilië (de buitenlandse periode). In beide perioden ontvangt zij loon uit dienstbetrekking. Voor de binnenlandse periode is dit € 29.972 en voor de buitenlandse periode € 21.597. Het loon over de buitenlandse periode behoort niet tot het belastbare inkomen uit werk en woning in Nederland. In geschil ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.