Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 166 Verzet tegen een bij verstek gewezen arrest
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2018
- Bronpublicatie:
11-07-2018, PbEU 2018, L 240 (uitgifte: 25-09-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2018, PbEU 2018, L 240 (uitgifte: 25-09-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de publicatie van het Besluit betreffende de neerlegging en de betekening van processtukken met behulp van de applicatie e-Curia (11-07-2018, PbEU L 240).
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Overeenkomstig artikel 41 van het Statuut staat tegen het bij verstek gewezen arrest verzet open.
2.
Het verzet wordt door de niet-verschenen verweerder ingesteld binnen een maand te rekenen vanaf de betekening van het bij verstek gewezen arrest. Het wordt ingediend met inachtneming van de vormvoorschriften in de artikelen 76 en 78.
3.
Nadat het verzet is betekend, bepaalt de president de termijn waarbinnen de andere partij schriftelijke opmerkingen kan indienen.
4.
5.
Het Gerecht doet uitspraak bij een arrest dat niet vatbaar is voor verzet.
6.
De minuut van dit arrest wordt gehecht aan die van het bij verstek gewezen arrest. In margine van de minuut van het bij verstek gewezen arrest wordt van het op het verzet gewezen arrest aantekening gedaan.