Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 168 Uitlegging van de arresten en beschikkingen
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2018
- Bronpublicatie:
11-07-2018, PbEU 2018, L 240 (uitgifte: 25-09-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2018, PbEU 2018, L 240 (uitgifte: 25-09-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de publicatie van het Besluit betreffende de neerlegging en de betekening van processtukken met behulp van de applicatie e-Curia (11-07-2018, PbEU L 240).
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Wanneer onduidelijkheid bestaat over de betekenis en de strekking van een arrest of een beschikking, heeft het Gerecht overeenkomstig artikel 43 van het Statuut tot taak dit arrest of deze beschikking uit te leggen indien daarom wordt verzocht door een van de partijen of een instelling van de Unie die haar belang ter zake aannemelijk maakt.
2.
Het verzoek tot uitlegging wordt ingediend binnen twee jaar te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het arrest of de betekening van de beschikking.
3.
Het verzoek tot uitlegging wordt ingediend met inachtneming van de vormvoorschriften in de artikelen 76 en 78. Het bevat voorts een nauwkeurige aanduiding van:
- a)
het arrest of de beschikking waarop het verzoek betrekking heeft;
- b)
de teksten waarvan om uitlegging wordt verzocht.
4.
Het verzoek tot uitlegging wordt betekend aan de andere partijen, die schriftelijke opmerkingen kunnen indienen binnen de door de president bepaalde termijn.
5.
Na de partijen in de gelegenheid te hebben gesteld om hun opmerkingen in te dienen, beslist het Gerecht.
6.
De minuut van de beslissing houdende uitlegging wordt gehecht aan de minuut van de uitgelegde beslissing. In margine van de minuut van de uitgelegde beslissing wordt van de beslissing houdende uitlegging aantekening gedaan.