Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 169 Herziening
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2018
- Bronpublicatie:
11-07-2018, PbEU 2018, L 240 (uitgifte: 25-09-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2018, PbEU 2018, L 240 (uitgifte: 25-09-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de publicatie van het Besluit betreffende de neerlegging en de betekening van processtukken met behulp van de applicatie e-Curia (11-07-2018, PbEU L 240).
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Overeenkomstig artikel 44 van het Statuut kan slechts om herziening van een beslissing van het Gerecht worden verzocht op grond van de ontdekking van een feit dat van beslissende invloed kan zijn en dat vóór de uitspraak van het arrest of de betekening van de beschikking onbekend was aan het Gerecht en de partij die om de herziening verzoekt.
2.
Onverminderd de termijn van tien jaar, voorzien in artikel 44, derde alinea, van het Statuut, moet het verzoek tot herziening van een arrest worden gedaan uiterlijk binnen drie maanden na de dag waarop het feit dat aan het verzoek tot herziening ten grondslag ligt, ter kennis van de verzoeker is gekomen.
3.
Op het verzoek tot herziening zijn de artikelen 76 en 78 van overeenkomstige toepassing. Het verzoek bevat voorts:
- a)
een nauwkeurige aanduiding van het bestreden arrest of de bestreden beschikking;
- b)
de punten waarop het arrest of de beschikking wordt bestreden;
- c)
de omschrijving van de feiten die aan het verzoek ten grondslag liggen;
- d)
een vermelding van de middelen strekkende tot het bewijs dat de herziening gerechtvaardigd is en dat de in lid 2 bedoelde termijnen in acht zijn genomen.
4.
Het verzoek tot herziening wordt betekend aan de andere partijen, die schriftelijke opmerkingen kunnen indienen binnen de door de president bepaalde termijn.
5.
Na de partijen in de gelegenheid te hebben gesteld om hun opmerkingen in te dienen, beslist het Gerecht bij beschikking over de ontvankelijkheid van het verzoek, zonder vooruit te lopen op de beslissing ten gronde.
6.
Indien het Gerecht het verzoek ontvankelijk verklaart, doet het overeenkomstig de bepalingen van dit Reglement uitspraak ten gronde.
7.
De minuut van de beslissing houdende herziening wordt gehecht aan die van de herziene beslissing. In margine van de minuut van de herziene beslissing wordt van de beslissing houdende herziening aantekening gedaan.