Einde inhoudsopgave
Wet op de accijns
Artikel 2d [Door particulieren voor eigen behoeften verkregen accijnsgoederen]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2010
- Bronpublicatie:
23-12-2009, Stb. 2009, 608 (uitgifte: 29-12-2009, kamerstukken: 32031)
- Inwerkingtreding
01-04-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2009, Stb. 2009, 608 (uitgifte: 29-12-2009, kamerstukken: 32031)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
Ter zake van door particulieren voor eigen behoeften verkregen en door henzelf vanuit een andere lidstaat naar Nederland vervoerde accijnsgoederen wordt geen accijns verschuldigd.
2.
Indien de hoeveelheid accijnsgoederen een bij ministeriële regeling vastgestelde hoeveelheid overschrijdt, worden de goederen geacht anders dan voor eigen behoeften voorhanden te worden gehouden, tenzij het tegendeel wordt aangetoond.
3.
Als uitslag tot verbruik wordt mede aangemerkt het door de particulier, bedoeld in het eerste lid, voorhanden hebben van voor eigen behoeften verkregen accijnsgoederen, die hij heeft laten vervoeren vanuit een andere lidstaat naar Nederland.
4.
Als uitslag tot verbruik wordt mede aangemerkt de verkrijging door particulieren van minerale oliën die in een andere lidstaat reeds tot verbruik zijn uitgeslagen, indien deze producten op een atypische wijze worden vervoerd door particulieren of voor hun rekening.
5.
Voor de toepassing van het vierde lid wordt onder atypisch vervoer verstaan het vervoer van brandstof anders dan in de tank van voertuigen of in een passend reserveblik, alsmede het vervoer van vloeibare verwarmingsproducten anders dan in tankwagens die voor rekening van bedrijven worden gebruikt.