Einde inhoudsopgave
Wet op de accijns
Artikel 2e [Voor handelsdoeleinden voorhanden hebben van veraccijnsde accijnsgoederen in een andere lidstaat]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 498 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36342)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 498 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36342)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
Als uitslag tot verbruik wordt mede aangemerkt het overbrengen van accijnsgoederen die in een andere lidstaat reeds tot verbruik zijn uitgeslagen, naar Nederland om in Nederland voor commerciële doeleinden te worden geleverd of gebruikt. Deze accijnsgoederen worden uitsluitend overgebracht van een gecertificeerde afzender naar een gecertificeerde geadresseerde.
2.
Voor de toepassing van dit artikel worden accijnsgoederen als ‘geleverd voor commerciële doeleinden’ beschouwd wanneer zij op het grondgebied van een andere lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen en vanuit die lidstaat zijn overgebracht naar Nederland en hetzij geleverd zijn aan anderen dan particulieren, hetzij aan particulieren in het geval het geen overbrenging als bedoeld in artikel 2d of artikel 2f betreft.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur worden, ter verzekering van de heffing, regels gesteld met betrekking tot de verplichtingen waaraan moet worden voldaan met betrekking tot accijnsgoederen die voor commerciële doeleinden worden geleverd of gebruikt.
4.
Accijnsgoederen die aan boord van een schip of een vliegtuig dat een verbinding tussen een andere lidstaat en Nederland verzorgt, voorhanden worden gehouden maar die niet beschikbaar zijn voor de verkoop wanneer dit schip of vliegtuig zich op het grondgebied van Nederland bevindt, worden niet in Nederland aan accijns onderworpen.
5.
In afwijking van het eerste lid wordt niet als uitslag tot verbruik aangemerkt het overbrengen van minerale oliën die in een andere lidstaat zijn uitgeslagen tot verbruik, en zich bevinden in de normale reservoirs van bedrijfsmotorrijtuigen en die bestemd zijn als brandstof voor deze motorrijtuigen of zich bevinden in de normale reservoirs van containers voor speciale doeleinden en die bestemd zijn voor de werking tijdens het vervoer van specifieke systemen die tot de uitrusting van deze containers behoren.
6.
De overbrenging van accijnsgoederen, bedoeld in het eerste lid, vangt aan op het tijdstip waarop de accijnsgoederen hetzij de bedrijfsruimten van de gecertificeerde afzender verlaten, hetzij een locatie in de lidstaat van verzending waarvan aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending kennis wordt gegeven voor aanvang van de overbrenging.
7.
De overbrenging van accijnsgoederen, bedoeld in het eerste lid, eindigt op het tijdstip waarop de gecertificeerde geadresseerde de accijnsgoederen in ontvangst heeft genomen, hetzij in zijn bedrijfsruimten hetzij op een locatie in de lidstaat van bestemming waarvan aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming kennis wordt gegeven voor aanvang van de overbrenging.
8.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.