Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
1 Inleiding
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2015
- Bronpublicatie:
13-07-2015, Stcrt. 2015, 20854 (uitgifte: 17-07-2015, regelingnummer: WBV2015/9)
- Inwerkingtreding
20-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2015, Stcrt. 2015, 20854 (uitgifte: 17-07-2015, regelingnummer: WBV2015/9)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
In dit hoofdstuk zijn de beleidsregels opgenomen die gelden voor vreemdelingen waarvan de vrijheid beperkt wordt of waarvan de vrijheid ontnomen wordt.
Toepassing van een vrijheidsontnemende maatregel dient beperkt te blijven tot het strikt noodzakelijke en dient achterwege te blijven indien een ander middel effectief kan worden toegepast. Steeds moet worden nagegaan of met een lichter middel volstaan kan worden. Anders dan bij de oplegging van een vrijheidsontnemende maatregel zoals neergelegd in de Vreemdelingenwet, zal een vrijheidsbeperkende maatregel in de regel niet disproportioneel zijn indien deze nodig is voor de voorbereiding van het vertrek van de vreemdeling. Wel moet worden nagegaan of in de gegeven omstandigheden, de door de vreemdeling gestelde belangen zwaarder moeten wegen dan het belang van de overheid bij het beschikbaar houden van de vreemdeling voor het vertrekproces. De uitvoering van deze maatregelen is met alle volgende waarborgen omkleed:
- ā¢
Vrijheidsbeperking en vrijheidsontneming zijn alleen geoorloofd op basis van een wettelijke bepaling;
- ā¢
De beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit moeten voortdurend in acht worden genomen;
- ā¢
Tegen een besluit tot het opleggen van een vrijheidsbeperkende of vrijheidsontnemende maatregel kan de vreemdeling beroep instellen bij de rechtbank.
De beleidsregels zijn een aanvulling op of een uitwerking van de volgende artikelen:
- ā¢
- ā¢
artikel 5.1 tot en met artikel 5.7Vb;
- ā¢