Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenbesluit 2000
Artikel 5.1 [Beperking vrijheid]
Geldend
Geldend vanaf 29-03-2014
- Bronpublicatie:
04-03-2014, Stb. 2014, 111 (uitgifte: 28-03-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2013, Stb. 2014, 110 (uitgifte: 28-03-2014, kamerstukken: 33581)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 18-12-2013, Stb. 2014, 110.
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
1.
De maatregel van beperking van vrijheid van beweging, bedoeld in artikel 56, eerste lid, van de Wet kan bestaan uit:
- a.
een verplichting zich bij verblijf in Nederland in een bepaald gedeelte van Nederland te bevinden, of
- b.
een verplichting zich te houden aan een verbod om zich in een bepaald gedeelte of bepaalde gedeelten van Nederland te bevinden.
2.
De maatregel, bedoeld in het eerste lid, wordt niet opgelegd aan de vreemdeling die rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, onderdeel a, van de Wet en houder is van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen die is afgegeven door een andere staat die partij is bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie anders dan om redenen van veiligheid.
3.
De maatregel wordt evenmin opgelegd aan een houder van een door Onze Minister afgegeven Europese blauwe kaart anders dan om redenen van veiligheid.