Sturen met proceskosten
Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/8.8.1:8.8.1 De alternatieven gewogen
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/8.8.1
8.8.1 De alternatieven gewogen
Documentgegevens:
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS594400:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Immers: ook met een volledig geüpdate TomTom kun je plots een opengebroken weg of omgevallen vrachtwagen tegenkomen, waarna je moet vertrouwen op je eigen oriëntatie, omgevingkennis en borden.
Bij de indicatietarieven in IE-zaken wordt momenteel niet gewerkt met punten en liggen basis- en maximumbedragen per zaak meer voor de hand, zoals nu ook al gewerkt wordt met een onderscheid tussen eenvoudige en complexe procedures.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Nu de knop op de verschillende standen is gezet en op basis van de (voornamelijk rechtseconomische) theorie is voorspeld hoe elke stand scoort op de criteria van het toetsingskader, kunnen conclusies worden getrokken over de potentie van de vijf alternatieven om iets aan het huidige systeem van de kostenveroordeling toe te voegen, zodat een nieuw systeem ontstaat dat in totaal beter scoort op tijd, kosten, kwaliteit van uitkomsten en procedurele kwaliteit.
In het huidige systeem werkt de gebaande weg van het liquidatietarief prima als de kosten gewoon op basis van gelijk worden gealloceerd, maar voor de inzet van de kostenveroordeling op procesgedrag scoort het systeem niet goed op voorspelbaarheid en zijn de kostenconsequenties meestal laag. De deterrence is daardoor klein, terwijl de tamelijk willekeurige toepassing van kostenconsequenties wel voor satellite litigation kan zorgen. Voor familiezaken geldt hetzelfde beeld, want ook daar is de basis (geen kostenveroordeling) duidelijk, terwijl de afwijking onvoorspelbaar is. In IE-zaken zijn zowel de basis als de afwijking onvoorspelbaar.
Waar het huidige liquidatietarief is vergeleken met een TomTom die alleen de snelwegen kent, kunnende alternatieven 'scherpe normen' en 'maximumbedragen' worden gezien als een update van die TomTom, die ook de zijwegen in kaart brengt. Scherpe normen geven - mits ze niet té gedetailleerd zijn - meer voorspelbaarheid en minder satellite litigation, hetgeen de rechters ertoe kan brengen om minder terughoudend met hun kosteninstrumentarium om te gaan, waardoor betere deter-rence wordt bereikt. Om de procedurele kwaliteit te beschermen moet de rechter in uitzonderlijke gevallen wel de scherpe norm terzijde kunnen schuiven als anders klaarblijkelijke onbillijkheid dreigt.1 Forfaitaire maximumbedragen die qua hoogte de werkelijk gemaakte kosten benaderen, bieden enerzijds meer deterrence dan de huidige niet-dekkende tariefpunten bij nodeloze kosten en leiden anderzijds tot minder satellite litigation en onvoorspelbaarheid dan de huidige zeldzame veroordeling in de werkelijk gemaakte proceskosten. Daarbij lijkt het doelmatiger om geen basis- en maximumbedragen per zaak, maar per tariefpunt in te stellen.2
Kortom, scherpe normen en maximumbedragen hebben als toevoeging aan het Nederlandse systeem de potentie om te zorgen voor lagere tijd en kosten, zonder dat de kwaliteit van procedure en uitkomsten daaronder te lijden heeft.
Een aantal alternatieven of onderdelen daarvan zijn ook minder geschikt geacht om tot verbeteringen te leiden op de criteria van het toetsingskader. Het Belgische onderdeel 'minimumbedragen' voegt weinig toe. De indemnity basis voor grovere verstoringen leidt tot het technische probleem dat binnen de ruimte van de kostenveroordeling moeilijk twee gradaties van kostenconsequenties aan te brengen zijn, die beide hun doel (pricing versus absolute deterrence) bereiken, terwijl punitieve elementen beter publiek dan privaat kunnen worden opgelegd, om zo perverse prikkels bij de wederpartij te voorkomen. Ook bij het eigen beursje is geconcludeerd dat het niet tot tijd- en kostenbesparing zal leiden ten opzichte van de indirecte weg van het tucht- en beroepsaansprakelijkheid.
Het alternatief geen prikkels' is verworpen, hoewel de conclusie is getrokken dat voor sommige verstorende procesgedragingen materiële consequenties of andere remedies - voornamelijk informele prikkels - waarschijnlijk beter scoren dan kostenconsequenties. De regelgever die de scherpe normen opstelt, moet dus goed afwegen aan welke processuele gedragsnormen kostenconsequenties worden verbonden en aan welke slechts andere remedies.