NJ 2014/328
Voldoende steunbewijs voor mishandeling.
HR 22-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:957, m.nt. N. Rozemond
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/04225
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
N. Rozemond
- JCDI
JCDI:ADS161888:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:957, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:309, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑07‑2013
- Wetingang
Essentie
Hoge Raad herhaalt de overwegingen omtrent het bewijsminimum van art. 342 lid 2 Sv (HR 13 juli 2010, NJ 2010/515). De verklaring van aangeefster dat verdachte haar toen zij zwanger was hard in haar buik heeft gestompt waardoor zij pijn voelde, vindt voldoende steun in de verklaring van de getuige dat aangeefster toen zij zwanger was huilend vertelde dat verdachte haar in haar buik had geschopt en dat zij toen verkrampt en met haar handen op haar buik aan de voordeur stond. Er was derhalve geen schending van art. 342 lid 2 Sv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.