Einde inhoudsopgave
Protocol van 3 juni 1999 houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980 (Protocol 1999)
Artikel 3 Ondertekening. bekrachtiging. aanvaarding. goedkeuring. toetreding
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2006
- Bronpublicatie:
03-06-1999, Trb. 2002, 25 (uitgifte: 05-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-08-2006, Trb. 2006, 174 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
§ 1.
Dit Protocol blijft tot en met 31 december 1999 openstaan voor ondertekening door de Lidstaten. Deze ondertekening vindt plaats te Bern bij de voorlopige depositaris.
§ 2.
Overeenkomstig artikel 20, § 1 van de COTIF 1980, dient dit Protocol te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden zo snel mogelijk bij de voorlopige depositaris nedergelegd.
§ 3.
De Lidstaten die het Protocol niet binnen de in § 1 bedoelde termijn hebben ondertekend, alsook de Lidstaten wier verzoek tot toetreding tot de COTIF 1980, overeenkomstig artikel 23, § 2 daarvan, van rechtswege is ingewilligd, kunnen voor de inwerkingtreding van dit Protocol hiertoe toetreden door middel van nederlegging van een akte van toetreding bij de voorlopige depositaris.
§ 4.
De toetreding van een Staat tot de COTIF 1980 overeenkomstig artikel 23 daarvan, waarvoor het verzoek is gedaan na de openstelling ter ondertekening van dit Protocol maar voor de inwerkingtreding hiervan, geldt zowel voor de COTIF 1980 als voor het Verdrag in de versie van de Bijlage bij dit Protocol.