RvdW 2021/896:Prejudiciële verwijzing. Depositogarantiestelsels. Richtlijn 94/19/EG. Artikel 1, punt 3, onder i). Artikel 7, lid 6. Artikel 10, lid 1. Begrip ‘niet-beschikbaar deposito’. Vaststelling dat het deposito niet-beschikbaar is. Bevoegde autoriteit. Recht van de deposant op schadeloosstelling. Contractueel beding dat in strijd is met Richtlijn 94/19. Beginsel van voorrang van het Unierecht. Europees Systeem voor financieel toezicht. Europese Bankautoriteit (EBA). Verordening (EU) nr. 1093/2010. Artikel 1, lid 2. Artikel 4, punt 2, onder iii). Artikel 17, lid 3. Door de EBA tot een nationale bankautoriteit gerichte aanbeveling betreffende de maatregelen die moeten worden genomen om te voldoen aan Richtlijn 94/19. Rechtsgevolgen. Geldigheid. Sanering en liquidatie van kredietinstellingen. Richtlijn 2001/24/EG. Artikel 2, zevende streepje. Begrip ‘saneringsmaatregelen’. Verenigbaarheid met artikel 17, lid 1, en artikel 52, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Aansprakelijkheid van de lidstaten voor inbreuken op het Unierecht. Voorwaarden. Voldoende gekwalificeerde schending van het Unierecht. Procedurele autonomie van de lidstaten. Beginsel van loyale samenwerking. Artikel 4, lid 3, VEU. Gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel.