Einde inhoudsopgave
Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft
Artikel 17 [Jaarlijks plafond]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Bronpublicatie:
18-12-2008, Stb. 2008, 581 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2008, Stb. 2008, 582 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Het in enig kalenderjaar door een bank ingevolge artikel 11, eerste lid en 13, tweede lid, te betalen bedrag, vermeerderd met het op grond van paragraaf 6.2 te betalen bedrag, is niet groter dan vijf procent van haar eigen vermogen. Een eventueel excedent wordt door de Nederlandsche Bank renteloos voorgeschoten.
2.
Het in enig kalenderjaar door een financiële onderneming die geen bank is, ingevolge artikel 13, eersteen tweede lid en artikel 16, vijfde lid, te betalen bedrag is niet groter dan drie procent van haar eigen vermogen. Een eventueel excedent wordt door de Nederlandsche Bank renteloos voorgeschoten.
3.
Indien de solvabiliteits- of liquiditeitspositie van een bank, of de solvabiliteitspositie van een beleggingsonderneming daartoe aanleiding geeft, kan de Nederlandsche Bank voor die bank, onderscheidenlijk beleggingsonderneming, een lager percentage vaststellen.