Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie
Artikel 129 Doel en gevolgen van de interventie
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2012
- Bronpublicatie:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
De interventie mag geen ander doel dienen dan de conclusies van een van de partijen geheel of ten dele te ondersteunen. Zij kent niet dezelfde procedurele rechten toe als die welke aan partijen zijn toegekend, met name het recht om te verzoeken een terechtzitting te houden.
2.
De interventie is ondergeschikt aan het hoofdgeding. Zij raakt zonder voorwerp wanneer de zaak in het register van het Hof wordt doorgehaald, na afstand van instantie of een tussen partijen overeengekomen schikking, of bij niet-ontvankelijkverklaring van het verzoekschrift.
3.
De interveniënt aanvaardt het geding in de stand waarin het zich bevindt ten tijde van zijn interventie.
4.
Een verzoek tot interventie dat wordt ingediend na het verstrijken van de in artikel 130 bedoelde termijn, maar vóór de beslissing om de mondelinge behandeling te openen als bedoeld in artikel 60, lid 4, kan in behandeling worden genomen. Indien de president de interventie toestaat, kan de interveniënt zijn opmerkingen maken tijdens de pleitzitting, indien deze plaatsvindt.