Bindend advies
Einde inhoudsopgave
Bindend advies (O&R nr. 74) 2012/5.4.1:5.4.1 Algemeen
Bindend advies (O&R nr. 74) 2012/5.4.1
5.4.1 Algemeen
Documentgegevens:
Pauline Elisabeth Ernste, datum 01-07-2012
- Datum
01-07-2012
- Auteur
Pauline Elisabeth Ernste
- JCDI
JCDI:ADS355960:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Fung Fen Chung 2004, p. 2.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de civiele procedure bij de overheidsrechter kan bewijslevering door alle middelen rechtens geschieden, tenzij de wet anders bepaalt (art. 152 Rv). Enkele bewijsmiddelen zijn in de wet geregeld, zoals bewijs door akten en vonnissen (art. 156 Rv e.v.), het getuigenbewijs (art. 163 Rv e.v.), het deskundigenbericht (art. 194 Rv e.v.) en de descente (art. 201 Rv). In de arbitragepraktijk komt schriftelijk bewijs, bewijs door getuigen, bewijs door deskundigen en bewijs door descente het meeste voor. Deze bewijsmiddelen zijn neergelegd in Boek IV Rv en ook in het NAI-reglement.1 Op de descente na zijn deze bewijsmiddelen eveneens in de reglementen van de geschillencommissies voor consumentenzaken geregeld. Uit door mij verricht onderzoek naar de praktijk komt het beeld naar voren dat bij ad hoc bindend advies schriftelijk bewijs in de bindend-adviesprocedure een belangrijke plaats inneemt, maar dat een enkele keer ook gebruik wordt gemaakt van bewijslevering door getuigen of deskundigen. Indien de bewijsmaatstaf ‘aannemelijk maken’ is, zal echter minder snel aan bewijslevering worden toegekomen doordat lichtere eisen worden gesteld aan het bewijs. Ook in geval de bewijsmaatstaf ‘aannemelijk maken’ is, kan de bindend adviseur in twijfel blijven verkeren over de feitelijke situatie en is nadere bewijslevering noodzakelijk. In deze paragraaf staan de verschillende bewijsmiddelen centraal.