Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1144/2014 voorlichtings- en afzetbevorderingsacties landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen en intrekking Verordening (EG) nr. 3/2008
Artikel 7 Indienende organisaties
Geldend
Geldend vanaf 24-11-2014
- Bronpublicatie:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1144/2014)
- Inwerkingtreding
24-11-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1144/2014)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
1.
Een programma kan worden ingediend door:
- a)
beroeps- of brancheorganisaties die gevestigd zijn in een lidstaat en representatief zijn voor de betrokken sector of sectoren in die lidstaat, en in het bijzonder de brancheorganisaties als bedoeld in artikel 157 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en groeperingen als gedefinieerd in artikel 3, punt 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, op voorwaarde dat zij representatief zijn voor de benaming die krachtens de laatstgenoemde verordening beschermd is en welke onder dat programma valt;
- b)
beroeps- of brancheorganisaties van de Unie die representatief zijn voor de desbetreffende sector of sectoren op Unieniveau;
- c)
producentenorganisaties of unies van producentenorganisaties als bedoeld in de artikelen 152 en 156 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en die door een lidstaat zijn erkend;
- d)
instanties van de agrovoedingssector die als doelstelling hebben het verstrekken van voorlichting over en het bevorderen van de afzet van landbouwproducten en waaraan de lidstaten een duidelijk omschreven openbaredienstverleningstaak op dit gebied hebben toevertrouwd; deze instanties moeten ten minste twee jaar voordat de in artikel 8, lid 2, bedoelde oproep tot het indienen van voorstellen wordt uitgeschreven, wettelijk gevestigd zijn in de desbetreffende lidstaat.
2.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 22 gedelegeerde handelingen vast te stellen waarbij de specifieke voorwaarden worden bepaald voor de indiening van een programma door elk van de in lid 1 bedoelde indienende organisaties, groeperingen en instanties. Die voorwaarden waarborgen met name dat die organisaties, groeperingen en instanties representatief zijn en dat het programma voldoende omvangrijk is.