Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1111
Profijtontneming. Schatting wederrechtelijk voordeel tot een totaalbedrag van ‘ten minste’ € 4.000, waarvan betrokkene € 2.000 heeft verkregen, is zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.
HR 02-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1816
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
17/02881 P
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1816, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1102, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2018
Essentie
Profijtontneming. Schatting wederrechtelijk voordeel tot een totaalbedrag van ‘ten minste’ € 4.000, waarvan betrokkene € 2.000 heeft verkregen, is zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.
Partij(en)
2 oktober 2018
Strafkamer
nr. S 17/02881 P
IF/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 21 februari 2017, nummer 21/006223-15, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1953.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft bij uitspraak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.