Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/1369
Wet Bopz. Klacht op voet art. 41 lid 1 Wet Bopz tegen toepassing ‘kamerprogramma’; is “kamerprogramma” een middel of maatregel als bedoeld in art. 39 Wet Bopz?; vereiste van schriftelijk gemotiveerde kennisgeving van art. 40a Wet Bopz.
HR 02-11-2012, ECLI:NL:HR:2012:BY2000
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 november 2012
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, M.A. Loth, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/03589
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BY2000
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BY2000, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BY2000, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑11‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑07‑2012
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Klacht op voet art. 41 lid 1 Wet Bopz tegen toepassing ‘kamerprogramma’; is “kamerprogramma” een middel of maatregel als bedoeld in art. 39 Wet Bopz?; vereiste van schriftelijk gemotiveerde kennisgeving van art. 40a Wet Bopz.
Nu in cassatie onbestreden is vastgesteld dat de toepassing van het onderhavige “kamerprogramma” geen insluiting meebrengt aangezien betrokkene in zijn kamer verblijft die niet wordt afgesloten, geeft het oordeel van de rechtbank dat in dit geval geen sprake is van afzondering of separatie, en derhalve evenmin van een middel of maatregel als bedoeld in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.