Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting
Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/6.8.2.2:6.8.2.2 Doel en strekking
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/6.8.2.2
6.8.2.2 Doel en strekking
Documentgegevens:
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS592196:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Uit de parlementaire geschiedenis valt duidelijk doel en strekking van art. 15ad te destilleren.
In de MvT (van art. 15, lid 4) merkte de wetgever dienaangaande op: ‘Reeds een aantal malen is opgemerkt dat de strekking van de regeling is te voorkomen dat de winst van een vennootschap wordt aangewend voor de financiering van haar eigen overname, tenzij sprake is van daadwerkelijke financieringsbehoefte bij de overnemer’.1 In de Nota navv gaf hij verder aan: ‘In veel gevallen bestaat bij de verwerving van de aandelen voor het concern als geheel een reële behoefte aan vreemd vermogen. In de voorstellen wordt alleen de situatie bestreden waarin sprake is van vermogen dat vanuit de tussenhoudster bezien weliswaar als vreemd vermogen moet worden aangemerkt, maar waarbij de overnemende groep als geheel bezien niet of niet voor hetzelfde bedrag vreemd vermogen heeft aangetrokken’.2
Anders dan bij art. 10a wordt in art. 15ad niet gekeken naar het motief van de rechtshandeling en de daarbij horende financiering, maar slechts naar de financieringswijze voor het concern als geheel. Art. 15ad kent daarom geen tegenbewijsregeling zoals te vinden in art. 10a, lid 3.3 De nog nader te behandelen tegenbewijsregeling van art. 15ad ziet (mede) op het aannemelijk maken dat de acquisitie voor de groep als geheel bezien uiteindelijk is gefinancierd met vreemd vermogen. Indien er derhalve een reële financieringsbehoefte bestaat binnen een concern – en dat ook aannemelijk kan worden gemaakt – kan de rentelast worden afgezet tegen de gehele winst van de fiscale eenheid.