Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 2150/2002 betreffende afvalstoffenstatistieken
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2009
- Bronpublicatie:
11-03-2009, PbEU 2009, L 87 (uitgifte: 31-03-2009, regelingnummer: 221/2009)
- Inwerkingtreding
20-04-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2009, PbEU 2009, L 87 (uitgifte: 31-03-2009, regelingnummer: 221/2009)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2002 betreffende afvalstoffenstatistieken
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
De Gemeenschap heeft behoefte aan regelmatige communautaire statistieken over het vrijkomen en het beheer van bedrijfsafval en huishoudelijk afval voor het toezicht op de toepassing van het afvalstoffenbeleid; dat vormt de grondslag voor het toezicht op de inachtneming van de beginselen van maximale terugwinning en veilige verwijdering. Statistische instrumenten zijn echter ook nodig voor de beoordeling van de inachtneming van het beginsel van afvalpreventie en voor het leggen van een verband tussen gegevens over afvalproductie en wereldwijde, nationale en regionale inventarisaties van het gebruik van hulpbronnen.
- (2)
De begrippen voor de beschrijving van afval en afvalbeheer moeten worden gedefinieerd om de vergelijkbaarheid van de afvalstoffenstatistieken te waarborgen.
- (3)
Ten behoeve van het afvalstoffenbeleid van de Gemeenschap zijn een aantal uitgangspunten vastgesteld die door afvalproducenten en afvalbeheerders moeten worden nageleefd. Zulks vereist toezicht in de verschillende stadia van de afvalstroom: bij het vrijkomen, de inzameling, de terugwinning en de verwijdering.
- (4)
Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (4) vormt het referentiekader voor de bepalingen van deze verordening.
- (5)
Om vergelijkbare resultaten te verkrijgen moeten binnen een bepaalde termijn na het einde van het referentiejaar afvalstoffenstatistieken volgens de vastgestelde indeling in een geschikte vorm worden opgesteld.
- (6)
Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, zoals vervat in artikel 5 van het Verdrag, kan de doelstelling van de overwogen maatregel, namelijk het vaststellen van regels voor de opstelling van communautaire afvalstoffenstatistieken inzake het vrijkomen, de terugwinning en de verwijdering van afvalstoffen onvoldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt, daar de begrippen voor de beschrijving van afval en afvalbeheer moeten worden gedefinieerd om te waarborgen dat de door de lidstaten verstrekte statistieken vergelijkbaar zijn, en kan die doelstelling derhalve beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Deze verordening gaat niet verder dan hetgeen nodig is voor het bereiken van die doelstelling.
- (7)
De lidstaten hebben voor de opstelling van hun afvalstoffenstatistieken wellicht een overgangsperiode nodig wat alle of sommige economische activiteiten A, B en G tot en met Q van de bij Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (5) vastgestelde NACE Rev. 2 betreft, waarvoor hun nationaal statistisch systeem ingrijpend moet worden aangepast.
- (8)
De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden 6..
- (9)
Het Comité statistisch programma is door de Commissie geraadpleegd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 87 van 29.3.1999, blz. 22, PB C 180 E van 26.6.2001, blz. 202, en gewijzigd voorstel van 10 december 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
PB C 329 van 17.11.1999, blz. 17.
Advies van het Europees Parlement van 4 september 2001 (PB C 72 E van 21.3.2002, blz. 32), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 15 april 2002 (PB C 145 E van 18.6.2002, blz. 85) en besluit van het Europees Parlement van 4 juli 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad). Besluit van de Raad van 14 november 2002.
PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1.
PB L 293 van 24.10.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 29/2002 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2002, blz. 3).
PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.