Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 2150/2002 betreffende afvalstoffenstatistieken
Bijlage II Terugwinning en verwijdering van afvalstoffen
Geldend
Geldend vanaf 18-10-2010
- Bronpublicatie:
27-09-2010, PbEU 2010, L 253 (uitgifte: 28-09-2010, regelingnummer: 849/2010)
- Inwerkingtreding
18-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2010, PbEU 2010, L 253 (uitgifte: 28-09-2010, regelingnummer: 849/2010)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Sectie 1. Dekking
1
De statistieken worden opgesteld voor alle terugwinnings- en verwijderingsinrichtingen die de in sectie 8, punt 2, genoemde activiteiten uitvoeren en behoren tot of deel uitmaken van de economische activiteiten volgens de in bijlage I, sectie 8, punt 1.1, vermelde NACE Rev. 2-rubrieken.
2
Inrichtingen waarvan de afvalbehandelingsactiviteiten beperkt zijn tot de recycling van afvalstoffen op de plaats waar die afvalstoffen zijn geproduceerd, vallen niet onder deze bijlage.
Sectie 2. Afvalcategorieën
Er moeten statistieken voor de in sectie 8, punt 2, genoemde terugwinnings- of verwijderingsactiviteiten worden opgesteld voor de in bijlage I, sectie 2, punt 1, vermelde afvalcategorieën.
Sectie 3. Kenmerken
Er moeten statistieken worden opgesteld voor de volgende kenmerken en uitsplitsingen:
Volgnummer | Omschrijving | Regionaal niveau |
---|---|---|
1 | Hoeveelheid behandelde afvalstoffen voor elke in sectie 2 genoemde afvalcategorie en voor elke in sectie 8, punt 2, genoemde terugwinnings- en verwijderingsactiviteit, met uitzondering van de recycling van afvalstoffen op de plaats waar zij zijn geproduceerd. | Nationaal |
2 | Aantal en capaciteit van inrichtingen vallende onder volgnummer 4 van sectie 8, punt 2, uitgesplitst naar: a) gevaarlijk afval, b) niet-gevaarlijk afval en c) inert afval. | Nationaal |
3 | Aantal inrichtingen vallende onder volgnummer 4 van sectie 8, punt 2, dat sinds het laatste jaar is gesloten (waar niet meer wordt gestort), uitgesplitst naar: a) gevaarlijk afval, b) niet-gevaarlijk afval en c) inert afval. | Nationaal |
4 | Aantal inrichtingen voor terugwinnings- en verwijderingsactiviteiten vallende onder sectie 8, punt 2, met uitzondering van volgnummer 5. | NUTS 2 |
5 | Capaciteit van de inrichtingen voor terugwinnings- en verwijderingsactiviteiten vallende onder sectie 8, punt 2, met uitzondering van de volgnummers 3 en 5. | NUTS 2 |
Sectie 4. Eenheid
De voor alle afvalcategorieën te gebruiken eenheid is 1 ton (normaal) nat afval, behalve voor de afvalcategorieën ‘slib van industrieel afvalwater’, ‘gewoon slib’, ‘slib en vloeibaar afval van afvalbehandeling’ en ‘baggerspecie’, waarvoor de te gebruiken eenheid 1 ton droge stof is.
Sectie 5. Eerste referentiejaar en frequentie
1
Het eerste referentiejaar is het tweede kalenderjaar na de inwerkingtreding van deze verordening.
2
Het eerste referentiejaar voor afvalstoffenstatistieken die op deze nieuwe versie zijn gebaseerd, is 2010.
3
De lidstaten verstrekken voor elk tweede jaar na het eerste referentiejaar gegevens over de onder sectie 8, punt 2, vallende inrichtingen.
Sectie 6. Toezending van de resultaten aan Eurostat
De resultaten worden toegezonden binnen 18 maanden na het einde van het referentiejaar.
Sectie 7. Rapport over de dekking en de kwaliteit van de statistieken
1
De lidstaten vermelden voor de in sectie 3 genoemde kenmerken en voor elk volgnummer van de in sectie 8, punt 2, genoemde soorten activiteit welk percentage de verstrekte statistieken vertegenwoordigen van het totaal van de onder het desbetreffende volgnummer vallende hoeveelheden afval. De Commissie stelt het minimale dekkingspercentage vast. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 7, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
2
Voor de in sectie 3 genoemde kenmerken dienen de lidstaten een kwaliteitsrapport in, waarin wordt aangegeven hoe nauwkeurig de verzamelde gegevens zijn.
3
De Commissie neemt de rapporten over de dekking en de kwaliteit op in het in artikel 8 voorgeschreven verslag.
Sectie 8. Afvalterugwinnings- en verwijderingsactiviteiten
1
De resultaten worden opgesteld voor elk volgnummer van de in sectie 8, punt 2, genoemde soorten activiteit, overeenkomstig de kenmern[lees: kenmerken], bedoeld in sectie 3.
2
Lijst van terugwinnings- en verwijderingsactiviteiten; de codes verwijzen naar de codes in de bijlagen I en II bij Richtlijn 2008/98/EG(1).
Volgnummer | Soort terugwinnings- of verwijderingsactiviteit | |
---|---|---|
Verbranding | ||
1 | R1 | Hoofdgebruik als brandstof of als ander middel voor energieopwekking |
2 | D10 | Verbranding op het land |
Terugwinningsactiviteiten (met uitzondering van energieterugwinning) | ||
3a | R2 + | Terugwinning/regeneratie van oplosmiddelen |
R3 + | Recycling/terugwinning van organische stoffen die niet als oplosmiddel worden gebruikt (met inbegrip van compostering en andere biologische omzettingsprocessen) | |
R4 + | Recycling/terugwinning van metalen en metaalverbindingen | |
R5 + | Recycling/terugwinning van andere anorganische materialen | |
R6 + | Regeneratie van zuren of basen | |
R7 + | Terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan | |
R8 + | Terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren | |
R9 + | Herraffinage van olie en ander hergebruik van olie | |
R10 + | Uitrijden voor landbouwkundige of ecologische verbetering | |
R11 | Gebruik van afvalstoffen die bij een van de onder R1 tot en met R10 genoemde handelingen vrijkomen | |
3b | Gebruik als opvulmateriaal | |
Verwijderingsactiviteiten | ||
4 | D1 + | Storten op of in de bodem (bv. op een vuilstortplaats enz.) |
D5 + | Verwijderen op speciaal ingerichte locaties (bv. in afzonderlijk beklede, afgedekte cellen die onderling en van de omgeving afgeschermd zijn enz.) | |
D12 | Permanente opslag (bv. plaatsen van houders in mijnen enz.) | |
5 | D2 + | Uitrijden (bv. biodegradatie van vloeibaar of slibachtig afval in de bodem enz.) |
D3 + | Injectie in de diepe ondergrond (bv. injectie van verpompbare afvalstoffen in putten, zoutkoepels of natuurlijk gevormde holten enz.) | |
D4 + | Opslag in waterbekkens (bv. het lozen van vloeibaar of slibachtig afval in putten, vijvers of lagunen enz.) | |
D6 + | Lozen/storten in wateren, behalve zeeën en oceanen | |
D7 | Lozen/storten in zeeën en oceanen, inclusief inbrengen in de zeebodem |
Voetnoten
PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.