Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
4.1.3 Bijzonderheden
Geldend
Geldend vanaf 04-05-2022
- Bronpublicatie:
01-04-2022, Stcrt. 2022, 11342 (uitgifte: 03-05-2022, regelingnummer: WBV 2022/11)
- Inwerkingtreding
04-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2022, Stcrt. 2022, 11342 (uitgifte: 03-05-2022, regelingnummer: WBV 2022/11)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Gezinsleden en artikel 1F Vluchtelingenverdrag
Voor de beoordeling van aanvragen van gezinsleden in relatie tot artikel 1F Vluchtelingenverdrag wordt verwezen naar paragraaf C2/7.10.2.7 Vc (‘gezinsleden en artikel 1F Vluchtelingenverdrag’).
Polygamie
Van een polygame situatie is sprake als de vreemdeling of de persoon bij wie de vreemdeling verblijf beoogt, tegelijkertijd met een andere persoon (of meerdere andere personen) een huwelijk of een duurzame relatie heeft (inclusief geregistreerd partnerschap).
Als sprake is van een polygame situatie is de vraag van belang of het gezinslid onder de doelgroep van artikel 29, tweede lid, Vw valt. Als dat het geval is, wordt de aanvraag geacht onder het toepassingsbereik van de nareisprocedure te vallen. Als dat niet het geval is, wordt de aanvrager doorverwezen naar (een) reguliere procedure(s). Als de aanvraag onder het toepassingsbereik van de nareisprocedure valt is de IND verplicht een individuele beoordeling te maken, waarbij rekening dient te worden gehouden met alle factoren die in artikelen 5, vijfde lid, en 17 van de Gezinsherenigingsrichtlijn en de artikelen 7 en 24 van het EU Handvest zijn genoemd.
Voor deze beoordeling is van belang dat alleen een echtgenoot of (geregistreerd) partner en de uit dit huwelijk/deze relatie voortgekomen kinderen voor verblijf in aanmerking komt. Als de in Nederland verblijvende referent met een andere man of vrouw duurzaam samenleeft, komen de wettelijke echtgeno(o)t(e) alsmede de eventuele andere gezinsleden niet voor een verblijfsvergunning in aanmerking.